Ingenieursscripties R. J. Boerkoel KLASSIFICATIE EN UITWISSELBAARHEID VAN VASTGOEDGEGEVENS Samenvatting Veel bedrijven, diensten en instellingen maken gebruik van vastgocdgegevens. De verzameling vastgoedgegevens is groot en komplex. Om daar een overzicht in te verkrijgen, is classi ficeren een hulpmiddel. Er bestaan daarom al veel vastgoed classificaties. Om de informatievoorziening te verbeteren en de kosten daarvan te beperken, is het van belang om de uitwisseling van vastgocdgegevens te bevorderen. Om dat mogelijk te maken, moet er o.a. principieel worden nagedacht over het classifi ceren. Te veel verschillende en niet goed opgezette classifica ties bemoeilijken de gegevensuitwisseling. Een classificatie moet eenduidig zijn, zodat verschillende interpretaties niet mogelijk zijn. Verschillende soorten ken merken dienen apart geclassificeerd en gecodeerd te worden. Als deze namelijk gecombineerd worden, heeft dat als na delen, dat er veel meer codes nodig zijn, het doen van selecties wordt veel moeilijker, het bijhouden van het bestand vereist meer werk, de uitwisseling van gegevens wordt bemoeilijkt. In de scriptie wordt verder aandacht besteed aan de kluster- theorie, en de theorie van prof. Guttenberg. Klusteren is het groeperen van elementen op grond van een gedefinieerd nabijheidsbegrip: een element behoort tot een bepaalde klasse, als dat element met die klasse meer gemeen heeft dan met de andere klassen. Als het nabijheidsbegrip gedefinieerd wordt door (dis)continu gradeerbare of kwan titatief bepaalbare kenmerken, is het mogelijk te klusteren met behulp van een wiskundige methode, de lineage analysis. Indien er redundantie aanwezig is in de gebruikte kenmerken, kan deze als volgt verwijderd worden. Eerst wordt er een korrelatie-analyse uitgevoerd. De gegevens daarvan worden met behulp van de principal axis factor analysis omgezet in gewichten. Deze worden gecombineerd met de oorspronke lijke gegevens en resulteren in gewogen waarden, waarop de klustermethode kan worden toegepast. Prof. Guttenberg heeft een theorie ontwikkeld voor het op stellen van een internationale classificatie van de plano logische aspecten van de ruimtelijke situatie. Als uitgangspunt hanteert hij daarvoor de structurele overeenkomst tussen de taal en de planologie. De drie hoofdaspecten van de classificatie zijn: de beschrijving van de bestaande situatie (referntial) - de waardering van deze situatie (appreaisive) - het voorschrijven van acties om (indien gewenst) de be staande situatie te wijzigen in een gewenste (prescriptive). Elk hoofdaspect is onderverdeeld in een aantal nevenaspec ten, die apart geclassificeerd en gecodeerd dienen te worden. Verder zijn bestudeerd een aantal binnen- en buitenlandse grondgebruikclassificaties, die opgezet zijn met de bedoeling de bestaande diversiteit aan classificaties te vervangen. Ook deze classificaties vertonen veel verschillen: de kenmerken waarop ze gebaseerd zijn, de terminologie, het aantal klassen, het aantal niveau's, de codering, de geografische eenheid waaraan gerelateerd wordt, de index, de doeleinden, de werkwijze. Tot slot is er een onderzoek gedaan naar de classificatie van topografie in grootschalige kaarten. Daartoe is een groot aantal grootschalige kaarten verzameld. De topografische inhoud is geïnventariseerd en geanalyseerd. Jan W. Koerselman LANDBOUWKUNDIGE EVALUATIE EN TWEEDE SCHATTING BIJ RUILVERKAVELING Samenvatting Deze scriptie valt uiteen in twee hoofdgedeeltes. Het eerste gedeelte van de scriptie vormt het theorethische kader van evaluatiemethoden in het planningsproces en in het bijzonder in de landinrichting. Behandeld wordt het begrip evaluatie, de plaats van de evaluatie in het planningsproces, alsmede een viertal ver schillende typen van evaluatie, te weten: de financiële be oordelingsmethoden, de overzichtstabel-methodieken, de multicriteria-analyses en de participatiemethoden. De kosten-baten-analyse wordt uitvoerig besproken, waarbij aandacht aan de vergelijkingssituatie, de batentoerekening, de discontovoet en aan het beoordelingscriterium besteed wordt. Ook komen de bruikbaarheid van de verschillende evaluatie methoden voor de landinrichting en de wijze van beoordelen van landinrichtingsplannen aan de orde. Er worden twee landbouwkundige evaluatiemethoden in de landinrichting behandeld. Dit zijn het H.E.L.P. reken systeem (H.E.L.P. Herziening Evaluatie Landinrichtings plannen) en het dynamisch landinrichtingsmodel van De Jong en Timmermans. Het tweede gedeelte van de scriptie bevat een verhandeling over de tweede schatting bij ruilverkaveling, waarbij de uit het eerste gedeelte van de scriptie verkregen kennis betrokken wordt. Aan de orde komen de wettelijke regeling van de tweede schatting, de visuele schattingsmethode in Noord-Holland, het Brabantse schattingssysteem m.b.v. puntenschalen en de daarmee verwante nieuwe opzet in Drenthe. De verschillende schattingssystemen worden met elkaar vergeleken, hetgeen resulteert in voorstellen tot verbetering van de schattings methode. Aan het eind van dit gedeelte wordt ingegaan op de beoordeling van de schattingsuitkomsten en het relatieve be lang van de tweede schatting. Jaap van der Been INTERACTIEF TOEDELEN Over de mogelijkheden van het gebruik van een interactief grafisch computersysteem bij de toedeling in de ruilverkaveling of landinrichting. Samenvatting Het onderzoek zoals dat in deze scriptie is beschreven is op gebouwd uit een viertal hoofdcomponenten, die ook als zodanig in de scriptie terug te vinden zijn: 1Een verkenning van de mogelijkheden van het werken met interactief grafische computersystemen. Deze verkenning vond plaats middels literatuuronderzoek en gesprekken en was gericht op de wijze waarop deze systemen gebruikt worden in en buiten de geodesie (van het updaten van kartografische bestanden tot het ontwerpen van schepen en bestemmingsplannen). Dit resulteert in een beschou wing over het gebruik van deze computersystemen in ontwerpprocessen in het algemeen, waarbij o.a. de kwestie van de kwantificeerbaarheid van ontwerpnormen en -criteria aan de orde komt, welke weer nauw samenhangt met de mogelijkheden ontwerphandelingen te program meren, in een alogitme te vertalen. 2. - Plaatsing van de toedeling binnen het planologisch- juridisch kader, omdat hieruit randvoorwaarden, criteria voor de toedeling voortvloeien. - Bestudering (literatuurstudie) van bestaande, op het zgn. plan in geld gerichte, geautomatiseerde ontwerp methoden: ATOR en de optimaliseringstechnieken, waarbij vooral ook aandacht besteed wordt aan de 124 ngt 79

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1979 | | pagina 20