IB llhdllhdlllhdliiyiltdltJII -j b e e b e b b s b lv: |ll| 1 [bn D,ST lil] stroom voor het instrument wordt geleverd door een in een van de steunen van de alhidade opge nomen batterij. 3.1 De theodoliet De richtkijker wordt zowel voor de hoekmeting als voor de afstandmeting gebruikt. De kijker heeft een 30-voudige vergroting, terwijl de kortste richtafstand 5 m bedraagt. De beide randen zijn voorzien van absolute code schijven. Voor de horizontale rand houdt dit in, dat de stroom tussen de metingen mag worden uit geschakeld, zonder dat daardoor de oriëntering verloren gaat. Wil men de horizontale rand op een bepaalde waarde oriënteren, dan dient de rand verdraaid te worden op dezelfde wijze zoals dit bij een conventionele theodoliet gebeurt. Het draaimechanisme voor de horizontale rand is daartoe uitgerust met een grof- en een fijnbewe ging- De aflezing van de vertikale rand wordt bij inge schakelde compensator gecorrigeerd voor een eventuele afwijking in de vertikale stand van de le as. De in het instrument toegepaste vloeistof-com- pensator meet echter niet alleen de afwijking in een richting loodrecht op de 2e as, nodig voor de correctie van de vertikale hoek, maar ook de af wijking in een richting evenwijdig aan de 2e as. Deze beide afwijkingen worden door de micro processor in rekening gebracht t.b.v. de correctie van de horizontaal gemeten richtingen. Daardoor is het bij dit instrument niet nodig de le as zuiver vertikaal te stellen. Het gebruikelijke alhidadeniveau ontbreekt dan ook. Het instrument heeft alleen een doosniveau, waarmee het instrument globaal gehorizonteerd kan worden, ten einde binnen het bereik van de compensator te komen. De beide randen hebben een resolutie van 0,0001 gr. Dit is echter niet de te behalen nauwkeurig heid. Voor de gemiddelde van een in beide kij kerstanden gemeten richting is de nauwkeurigheid voor de horizontale rand 6 dmgr. en voor de ver tikale rand 12 dmgr. 3.2 De afstandmeter Voor de afstandmeting wordt gebruik gemaakt van een infrarood laser, waardoor het instrument een groot bereik heeft. Met 1 prisma kan een afstand gemeten worden van 1 km, met 3 prisma's 3 km, terwijl met een 6-voudige reflector een afstand ge meten kan worden van 5 km. De signaalsterkte wordt door de 3820 A automa tisch geregeld door een verandering in de intensi teit van de door de diode uitgezonden straling. De variatiemogelijkheid is echter beperkt, zodat voor afstanden kleiner dan 100 m een filter voor het objectief geplaatst moet worden. De afstandmeting verloopt volledig automatisch. Een meting duurt ongeveer 4 sec, inclusief de be nodigde rekentijd voor de reductie van de afstand tot het horizontale vlak. De afstand kan ook con tinu (tracking) gemeten worden met een frequen tie van 1 meting per 1,5 sec (voor de schuine af stand) of 1 meting per 2,5 sec voor de horizontale afstand. De afstand wordt normaal in mm aange geven, bij continue meting in cm. De gemeten afstand wordt door de microproces sor gecorrigeerd met de door de waarnemer inge stelde atmosferische correctie. Behalve deze cor rectie kan de waarnemer ook de te gebruiken een heden instellen voor de afstandmeting en de rich tingsmeting. 3.3 Het toetsenbord De 3820 A is aan beide zijden voorzien van het zelfde toetsenbord (zie fig. 9), dat veel lijkt op de bij HP calculators toegepaste toetsenborden. Via dit toetsenbord kan de meting worden bestuurd. Het toetsenbord spreekt gedeeltelijk voor zichzelf. Na een druk op toets 3 wordt de schuine afstand gemeten, waarna deze afstand in de display zicht baar wordt gemaakt. Het nummer van de ingedrukte toets verschijnt in het kleine display linksboven. Na een druk op toets 4 verschijnt de horizontale afstand en via toets 5 het hoogteverschil. Het hoogteverschil wordt gecorrigeerd voor de aard- kromming en voor de invloed van de atmosferische refractie van een standaardatmosfeer. Horizontale en vertikale richting worden gemeten Fig. 9. Toetsenbord HP3820A. BBS PPM/SIG cm§ OUT RCL TRK V <--3 .rrl DIR bil RD 1 J 112 ngt 79

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1979 | | pagina 8