na het indrukken van toets 6 resp. 7. De waarne
mingen worden niet alleen op het display afge
beeld, ze worden ook opgeborgen in „geheugen
plaatsen" (vgl. HP-calculators).
Ze kunnen opnieuw in het display verschijnen na
het indrukken van de RCL-toets, gevolgd door
de toets behorend bij de gewenste waarnemings
grootheid. Wordt een toets voor een meting voor
afgegaan door de TRK-toets (tracking toets), dan
wordt de betreffende waarneming continu geme
ten.
Met de RDL-toets (relative direction) kan men
een richting meten relatief t.o.v. een beginrichting.
De waarde van de beginrichting wordt dan van
de gemeten richting afgetrokken.
Met toets 1 wordt de ingestelde atmosferische cor
rectie zichtbaar en de sterkte van het ontvangen
signaal, terwijl met toets 2 de door de compensa
tor gemeten afwijkingen in de loodrechte stand van
de eerste as worden afgebeeld. Met toets 8 kan
de display op zijn werking worden gecontroleerd.
Als aan het instrument de datacollector is gekop
peld, kunnen de in de display afgebeelde waarden
worden geregistreerd na het indrukken van de
toets OUT.
3.4 De registratie
De met de HP 3820 A gemeten grootheden kun
nen geregistreerd worden met de HP 3851 A data-
collector. Deze datacollector heeft een halfgelei
dergeheugen, waarin de te registreren gegevens
worden opgeborgen.
De datacollector heeft een interne batterij, waar
door het geheugen constant onder spanning blijft.
Als de spanning wegvalt, dan is men tevens al het
geregistreerde kwijt. De in de datacollector aanwe
zige batterij heeft een capaciteit van 45 uur. Wil
men zijn gegevens niet kwijtraken, dan zal men
binnen deze tijd de gegevens moeten uitlezen naar
een minder tijdelijke informatiedrager.
De datacollector kan via een interface worden
aangesloten aan HP-calulators. Deze interface
dient tevens voor het opladen van de interne bat
terij.
De registratie (zie fig. 10) vindt plaats per regel,
waarin 14 karakters kunnen worden geregistreerd.
0 0 00
0 0 0 0
000
0 0 0
0 0
Komt de informatie van het instrument dan bevat
een regel de inhoud van het display en een aantal
slatusparameters, waarmee wordt aangegeven met
welke eenheden gewerkt werd, of de compensator
was ingeschakeld of niet, om welke informatie het
gaat enz.
Een regel kan ook gevuld worden met informatie
in te geven via het toetsenbord van de datacollec
tor. Men kan dan per regel 14 karakters intoet
sen. De regels worden door de datacollector ge
nummerd van 1 tot 1000. Dit regelnummer wordt
afgebeeld in de display van de datacollector.
Met een soort „roll up", „roll down" systeem
kan de inhoud van de datacollector in de display
worden zichtbaar gemaakt.
Het instrument is ontwikkeld als een digitale theo
doliet, waarbij een zo hoog mogelijk automatise
ringsgraad werd nagestreefd. In een later stadium
is daar de registratie bijgekomen. De 3820 A is
echter niet optimaal op de mogelijkheden van re
gistratie ingesteld. Voor de registratie van bijv.
een enkele voerstraal moet men een niet onaan
zienlijk aantal knoppen indrukken voordat alle
gegevens zijn geregistreerd.
Door Hewlett-Packard is dit bezwaar onderkend,
zodat men thans werkt aan een modificatie van
de 3820 A, zodanig dat de reeds geleverde exem
plaren indien gewenst eenvoudig kunnen worden
aangepast. Het is de bedoeling dat een van de
toetsen van het toetsenbord gaat fungeren als
„multifunction key". Het indrukken van deze
toets zal resulteren in de meting van horizontale
richting, horizontale afstand en hoogteverschil en
in de registratie van deze waarnemingsgroothe-
Fig. 10. Registratie HP 3820A.
5 6
13 14
status param.
inhoud display
ngt 79
113