„Het is een erkenning", zei Prof. Tienstra, maar hij voegde er aan toe: „er komt nu een tijd waarin zal moeten blijken dat de genomen beslissing juist is geweest". Helaas heeft Prof. Tienstra deze tijd zelf nauwelijks mee mogen maken. Hij overleed reeds in 1951. De tijd ontbreekt om nu verder de lotgevallen van de ingenieursopleiding in chronologische volg orde te vertellen. Er zouden eigenlijk nog drie kwartier nodig zijn om uitvoerig te vertellen hoe de opleiding verder werd uitgebouwd, hoe naast haar als logisch gevolg een HTS-opleiding tot bloei kwam en hoe zich sinds enige jaren een MTS-op- leiding ontwikkelt. Ik beperk me tot een paar dingen van de inge nieursopleiding. Door het weloverwogen oprichten van leerstoelen werd het mogelijk dat het werk terrein van de geodetisch ingenieur kon worden uitgebreid. Zo kon het gebeuren dat de geode tisch ingenieurs ook hun mannetje staan bij de ge meentelijke grondbedrijven. Anderen zoeken het in juridische werkkringen, landbouwbeleid, plano logie, computerbedrijven of blijven gewoon aan de Thijsseweg om daar werkzaam te zijn bij on derwijs en onderzoek. Ik heb de studiegids van de TH voor het cursus jaar 1951-52, de eerste gids waarin het programma van geodetisch ingenieur volledig wordt ver meld eens vergeleken met de studiegids van het afgelopen jaar. Toen een college praktisch rekenen en oefeningen met Brunsviga handrekenmachines, nu een college informatica met oefeningen in programmeertalen. Wist u overigens dat wij de eerste afdeling waren die programmeer-onderwijs in het studiepakket opnamen? Weet u dat onze studenten voor vak ken als numerieke analyse in vergelijking met stu denten van andere afdelingen relatief hoge cijfers halen? Het numerieke ligt de geodeet nog altijd uitstekend. Ik ga verder: toen in 1952 bij de colleges punts- bepaling een langdurige behandeling van de lap- pendekenpuntsbepaling met snelliuspunten, po lygoonvereffening volgens methode I en II, meet punten, enz. Nu een logisch, egaal systeem van puntsbepaling, snel te leren, waardoor de studen ten reeds na enkele middagen instruktie in staat zijn een bruikbaar net voor een gebied te ontwer pen om daarna met behulp van moderne statis tische- en rekenmethoden het net te analyseren. Toen tekenonderwijs en het schrijven van Staten 75, nu kartografie en vastgoedsystemen. Zo zou ik door kunnen gaan. Het is er echter voor de student niet gemakkelijker op geworden. De programma's zijn vol en de stof is moeilijk. Maar de begeleiding en vooral de sociale bege leiding heeft zich bij deze situatie aangepast. De Nederlandse opleiding voor geodetisch inge nieur heeft een typische alfa-beta-karakter. De wijze waarop de opleiding tot stand kwam ver klaart dat afdoende. Was het vroeger vaak de toe gepaste wiskunde of het buiten meten dat jonge mensen bewoog het vak te leren, vooral de laatste jaren is het juist dat alfa-beta-karakter dat stu denten aantrekt en het aantal eerstejaars doet stijgen. De opleiding is in vergelijking met andere ingenieurs-studies vol afwisseling. Ik hoop dat het lezen van dit verhaal bij u dezelf de gedachten oproept als die bij mij boven kwa men tijdens het schrijven ervan. En wel deze. Deze opleiding voor geodetisch ingenieur is eigenlijk een kostbaar erfgoed, waarmede we respectvol om moeten springen. Ik citeer Prof. Tienstra en wel de woorden die hij neerschreef in 1948 bij de instelling van het diplo ma: „Mensenlevens vol van noeste ijver en toe gewijde inspanning waren nodig om de landmeet kunde die plaats te geven die hij thans inneemt. Namen noemen is thans hier niet van belang. Men kent ze, deze mensen die bescheiden deden wat hun hand vond te doen, gedreven door de liefde tot hun vak en hun behoefte de maatschappij te dienen naar hun beste weten". Aldus Prof. Tienstra. Of alle mensen, die nadien aan deze opleiding werkten zo bescheiden waren als die waarover Prof. Tienstra sprak? Ik heb redenen om daaraan te twijfelen, maar voor het overige? Wel, ik hoop dat u er met mij van overtuigd bent dat iedereen in dit gebouw zijn best doet om, of een goede in genieur te worden of te helpen een goede inge nieur af te leveren. 136 ngt 79

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1979 | | pagina 10