stond behoefte aan hermeting van bepaalde ge bieden van ons land en juist deze hermetingen presenteerden de landmeter van het kadaster een schaal vol problemen van zowel technische als juridische aard. De oplossingen van de proble men lagen vaak buiten het kennisgebied van de toenmalige landmeter. Geen wonder dat zij een gemis voelden in hun opleiding. Reeds in 1875 tij dens een vergadering wordt het verlangen naar een betere opleiding uitgesproken. De tweede helft van de vorige eeuw werd echter nog door iets anders gekenmerkt: een bewustwor ding van de mensheid en als gevolg daarvan het oprichten van politieke partijen, vakbonden en verenigingen die de belangen van bepaalde groe pen wilden behartigen. En zo werd in het jaar 1884 de Vereniging voor Kadaster en Landmeetkunde opgericht. In een voordracht over geodetisch onderwijs moet deze vereniging met ere worden genoemd, want haar leden hebben, vaak onderling verdeeld maar meestal wel eensgezind naar buiten tredend, ge streden voor de verbetering van de opleiding en wel vooral voor de verbetering van de weten schappelijke inhoud daarvan. Want er was tussen hun praktijkwereld en de wereld van de weten schappelijke geodesie een enorme afstand. Wat dacht u van het volgende? In 1885 verscheen het eerste nummer van het Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde. De vereniging wilde met de uitgave van dit tijdschrift niet alleen groepsbelangen dienen maar ook de vakkennis van de landmeters wetenschappelijk verrijken. De vereniging was daarom van mening dat de redactie van het tijdschrift een wetenschap pelijke loot moest hebben. Dus nodigde zij Prof. Schols uit, zitting te nemen in de redactie van dit eerste Nederlandse landmeetkundige tijd schrift. Maar Schols weigerde beslist. De desbe treffende correspondentie werd in hoogdravend Ne derlands gevoerd, maar in voor iedereen verstaan baar Nederlands kwam het hierop neer, dat Schols de Vereniging voor Kadaster en Landmeetkunde zag als een soort vakbond en vakbonden waren in die tijd, zeker bij de maatschappij-klasse waartoe Schols behoorde, niet erg populair. De weten schappelijke aspiraties van de Vereniging sloeg Schols niet erg hoog aan. Het bestuur was zeer teleurgesteld. Buitenlandse tijdschriften hadden wel een hoogleraar in de redactie! Overigens liep het niettemin uitstekend met het tijdschrift. De redactie kwam nu in handen van de heer I. Boer Hzn, weliswaar gewoon landmeter van het kadas ter, maar zijn bijdragen aan het tijdschrift zijn zelfs nu, bijna een eeuw later, nog zeer de moeite van het lezen waard. De vereniging had zich eigenlijk geen betere redacteur kunnen wensen. De strijd die de landmeters begonnen waren voor een wetenschappelijk beter gefundeerde opleiding, had aanvankelijk weinig succes. In tegendeel, op 4 april 1891 verschijnt er een Koninklijk Besluit waarin de bestaande toestand nog eens officieel wordt vastgelegd: een vergelijkend toelatings examen en een opleiding aan een bureau in de praktijk. Om u een indruk te geven: op dat toe latingsexamen werden de kandidaten geplaagd met vraagstukken als het volgende. De vereniging is over dit KB op zijn zachtst ge zegd woedend. Maar toch raadt zij haar leden aan zich te onthouden van commentaar op dit „vol strekt achterlijke'' besluit. Zo'n lelijk woord voor een besluit waar notabene de handtekening van Koningin-moeder Emma onder prijkte kon natuur lijk niet rechtstreeks worden gebruikt. In plaats daarvan noemt het bestuur het besluit „ana chronistisch" wat overigens op hetzelfde neerkomt. „Ga nu niet direct ingezonden stukken schrijven in kranten", zegt het Bestuur, want dat was in die tijd erg in de mode, „maar wacht af". De ver eniging had namelijk inmiddels zelf een commis sie ingesteld met de opdracht een rapport samen te stellen voor een verbeterde opleiding van het ambt van landmeter van het kadaster. Met dit ngt 79 Vergelijkend toelatingsexamen Landmeter van het Kadaster (aug. 1907) Onderdeel rekenkunde (vijf vraagstukken, anderhalf uur) Vraagstuk 1 Iemand verkoopt eene partij goederen aldus: l/t a 4,20, 'A a 4,32, 3/io a 4,40 den M. en de rest met 50 cent winst per M. In het geheel wint hij 8,975%; wat is de inkoop van 1 M? 130

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1979 | | pagina 4