technische opleiding komt nu van de zijde van de landmeters van het Kadaster een verlangen naar een betere cultuurtechnische vorming. Van af die tijd is er een nieuwe strijdvraag: moet de landmetercursus gevestigd worden aan de Hogere Land- en Boschbouwschool te Wageningen (dat was toen nog een middelbare school) of komt de Polytechnische School (vanaf 1905 de Technische Hogeschool) te Delft in aanmerking. Delft lijkt toch wel erg aantrekkelijk; het nieuwe geodesiegebouw biedt alle mogelijkheden, er zijn schitterende prac ticumruimten en er is een uitgebreid modern in strumentarium. (Dat is het instrumentarium dat thans in het museum van de afdeling geodesie is tentoongesteld). De vaktechnische opleiding lijkt er gewaarborgd en er zijn mogelijkheden te over voor goed wiskunde-onderwijs. Maar wat de cultuur technische vorming betreft, lijkt Wageningen te verkiezen boven Delft. De discussies over de voor en tegens zouden nog zeventien jaar duren. Laten we ze hier overslaan. Leest u even met mij mee in het Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde, jrg. 34 van het jaar 1918. Deze jaargang opent met een artikel van redacteur Polêe. Het artikel wekt bij mij een ge- dachtenassociatie op met een kopjes gevende poes. De eerste alinea: „Een gouden voorjaarszonneglans omstraalde den 9e maart jl. het vriendelijke met zwierigen vlag- gentooi prijkende stedeken aan den Rijn dat zoo lange jaren reeds onze inrichtingen voor land bouwkundig onderwijs binnen zijn gebied gastvrij heid verleende". U begrijpt het al, de keuze van de plaats van de opleiding is gevallen op Wageningen, dat wisten de meesten van u trouwens al. Op die 9e maart 1918 werd de Landbouwhogeschool officieel ge opend. Het moet een indrukwekkende plechtig heid geweest zijn, waarbij veel werd gezongen o.a. uit Valerius' gedenckklanc. Ach, dat is niet zo bij zonder, want tenslotte is ook de melodie van het Snelliuslied aan die liederenbundel ontleend. On der de namen van de nieuw benoemde hooglera ren treffen we die aan van Ir. J. W. Dieperink, tot dan ingenieur bij de Rijkscommissie. De landmeterscursus was er weliswaar officieel nog niet maar dat was slechts een kwestie van maanden. In september 1918 verscheen het KB waarbij de landmeterscursus werd ingesteld. De heer H. F. van Riel, landmeter van het Kadaster te Amsterdam en de jurist A. van der Deure wer den benoemd tot „kadastrale lectoren". Ik heb het nogal onoverzichtelijke en breedlo- pige studieprogramma van Wageningen omgezet in onze huidige roosternotatie. ngt 79 Studieprogramma Wageningen 1918 Eerste jaar Analytische Meetkunde 2/1 Analyse 1/2 Boldriehoeksmeting 1/1 Natuurkunde 2/0 oef. Geologie 1/1 Akker- en weidebouw 3/3 exc. Staathuishoudkunde 2/2 Kadastr. techniek 2/2 Kadastr. administratie 1/1 Totaal 15/13 Tweede jaar Analyse 1/0 Hydrolica 2/0 Geologie 2/0 Staatshuishoudkunde 3/0 Agrarisch recht 0/2 Landhuishoudkunde 0/3 Theoretische Statistiek 1/1 Kadastr. administratie 1/1 Kadastr. techniek 4/4 oef. Geschiedenis v. d. grondbel. 1/1 Kaarttekenen 1/1 oef. Waarschijnlijkh.rek. 0/2 Landmeten en waterpassen 2/2 oef. Cultuurtechniek 0/2 Totaal 18/19 Derde jaar Agrogeologie 1/0 Houtteelt 2/1 Agrarisch Recht 2/1 Landhuishoudkunde 3/3 Geschiedenis v. d. geodesie 1/1 Waarschijnlijkh.rek. 2/0 Landmeten 1/1 oef. Hogere geodesie 2/2 Cultuurtechniek 2/3 Ruilverkaveling 1/1 Wetten en voorschr. 2/2 Totaal 19/15 132

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1979 | | pagina 6