Zoals u ziet werd de Wageningse student niet veel vrije tijd gelaten. Bovendien waren er allerlei stok ken achter de deur om hem tot grotere spoed aan te zetten. Het bestuderen van de geschiedenis heeft geen zin, als we er geen lering uit trekken voor het heden en de toekomst. Daarom wil ik graag even wat aandacht schenken aan het volgende. We mogen verwachten, dat er binnenkort een wet aangenomen wordt, die de inschrijvingsduur van een student aan een instituut voor hoger onder wijs beperkt. Voorts is na afloop van het eerste jaar de faculteit of afdeling verplicht de student een advies te geven over het al of niet voortzetten van zijn studie. Dit advies kan voor de student verstrekkende gevolgen hebben voor zijn moge lijkheden om nog verder universitair onderwijs te volgen. U zult zich misschien afvragen: waarom deze on derbreking van mijn Wageningse verhaal. Wel, veilig verborgen, althans niet toegankelijk voor iedereen, worden hier bij onze afdeling twee cahiers bewaard, waarin de studievoortgangen, examenresultaten, kortom het gehele studiebeeld van ongeveer 130 Wageningse studenten (1926- 1931) is opgetekend. Ik heb deze cahiers al meer dan eens aandachtig bekeken. Schrikt u niet, oud- Wageningers, ik zal er niets uit verklappen, maar er moet mij toch iets van 't hart. Wanneer we deze studieresultaten bekijken, dan zijn er enkele die buitengewoon goed zijn; rijen achten en negens (tienen gaven ze in Wageningen niet zo veel). „Die zullen later wel hoogleraar ge worden zijn", zeg je dan tot jezelf, en kijk je dan in de eerste kolom waar de namen staan vermeld, dan blijkt dat inderdaad zo te zijn. Maar er zijn ook andere studiebeelden van stu denten die vooral in het begin van de studie ken nelijk veel moeite hebben met de wiskunde, of met de landbouwvakken of met het juridische deel of vaak eigenlijk met alles. Studenten, die blijkbaar de grootste moeite hebben om het pro- paedeutisch examen te halen, gezien de vele ver lengingen die hen worden toegestaan. Was er toen een commissie ex art. 24 bis geweest, zoals die straks, als de wet van Minister Pais wordt aange nomen, onze eerstejaars gaat adviseren, dan zou den deze studenten ongetwijfeld de raad gekre gen hebben de studie te staken. Maar wat kwam er nu van deze in de aanvang moeizaam stude rende Wageningers terecht? Haalden ze de eind streep niet en zo ze dat wel deden, werden het dan toch maar matige geodeten? Wel nee, de meesten van hen werden bekwame vakmensen, die goed met hun personeel konden omgaan en hun dienst of bureau goed hebben geleid. Ik weet dat mijn betoog subjectief is en dat het wellicht aanmatigend is dat ik, en wie ben ik, een oordeel over hun werk uitspreek maar ik weet zeker dat, als ik u namen zou noemen, velen het met mij eens zouden zijn. Daarom zie ik de wet van Pais met angst tegemoet, ook al is de situatie niet hele maal vergelijkbaar. Angst, dat we straks studen ten, die bekwame ingenieurs zouden kunnen wor den, buiten de deur moeten zetten, omdat ze be paalde routines niet tijdig kunnen ontwikkelen. Van de leerstof die in Wageningen werd gedo ceerd, werden uitstekende dictaten gemaakt, deels door de studenten zelf. Zij werkten hun college aantekeningen in het net uit en vermenigvuldig den deze met een hectografeermachine. Ik ben in het bezit van een bijna complete verzameling van deze dictaten. Bij het doorbladeren valt het mij altijd weer op dat de studenten uitstekend Neder lands schreven. In de loop der jaren werden in het studieprogram ma wijzigingen aangebracht. De ontwikkeling van de landmeetkunde werd op de voet gevolgd. Zo gaf de heer Van Riel reeds vroeg in de twintiger jaren een college luchtfotogrammetrie. De heer Van Riel stierf in 1931. In zijn plaats werd nu Tienstra benoemd. De opleiding te Wageningen heeft eigenlijk vanaf het begin geen rustig moment gekend. Het bleef rond haar bestaan rommelen en de beraadsla gingen over verplaatsing naar Delft bleven voort duren. Ondanks het feit dat een commissie onder voorzitterschap van de Delftse Prof. Heuvelink tot de conclusie kwam, dat de opleiding in Wa geningen moest blijven werd de cursus in 1935 ngt 79 133

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1979 | | pagina 7