- toepassing van minicomputers, interactieve gra
fische systemen, etc.;
- opbouw van de gegevensbank;
- koppelen van bestanden die wel en niet tot het
systeem behoren;
- analyse van de gegevens.
Een voorzichtige poging tot kosten/batenanalyse
bij de invoering van het bekende NIMS-systeem
werd gedaan door de heer Jones van het Norwe
gian Institute for Urban and Regional Research.
Zoals reeds is opgemerkt kenmerkten de Engelsen
zich door een drietal specifieke toepassingen te
behandelen.
De voordracht van de heer Moore had betrekking
op de opbouw van „the water archive", een natio
naal informatiesysteem waarin alle aspecten van
het beheer van water zijn opgenomen.
Erg interessant was de voordracht van de heer
Goodhead, zowel door de originele presentatie
met alfa-numerieke beeldschermen als door het
onderwerp. Dit had betrekking op de herhuisves
ting in Manchester. Het informatiesysteem bevat
gegevens over beschikbare objecten en over per
sonen en gezinnen die voor herhuisvesting in aan
merking komen.
Bij de laatste Engelse bijdrage van de heer Spicer
over een informatiesysteem voor eigendom van
onroerend goed kan men de vraag stellen of der
gelijke systemen überhaupt noodzakelijk zijn als in
Engeland een goede openbare grondregistratie zou
bestaan.
c. Technische aspecten
De technische aspecten kunnen ruwweg in drie
groepen worden verdeeld. De eerste groep heeft
betrekking op de theoretische aspecten van ge
gevens en verzamelen van gegevens; de tweede
groep richt zich op theorie en praktijk van ge
gevensverwerking; de laatste groep heeft als on
derwerpen de presentatie van de informatie en het
gebruik van grafische produkten.
De Nederlandse inbreng bij de technische aspec
ten bestond uit voordrachten van de de heren
Creusen en Voogd (T.H. Delft), Bisselink (Kadas
ter), De Bruijn (ITC). Ook de voordracht van de
heer Burrough (Stiboka) beschouw ik gemaks
halve als een Nederlandse inbreng.
Tot de eerste groep behoren ongetwijfeld de voor
drachten van prof. Guttenberg uit de USA met zijn
originele taalkundige benadering van de classifica
tie van vastgoedgegevens. De heer Jacobi hield
een interessant betoog over toepassing van filter
technieken bij de analyse van gegevens. Helaas
was zijn zeer snel in het Frans gesproken voor
dracht moeilijk te volgen. Zelfs de zeer goede tolk
werd wanhopig.
Ook twee Nederlandse voordrachten behoorden
tot de eerste groep. De heer Voogd behandelde
de gegevensanalyse met behulp van ordinale en
kwalitatieve schalen ten behoeve van stedelijke
en regionale planning. De heer De Bruijn zou geen
medewerker van het ITC zijn als hij niet de ge
gevens, die met behulp van luchtfoto's en remote
sensing worden verkregen, zou hebben behandeld.
In de tweede groep hoorden we de interessante
voordracht van de heer Creusen over zijn onder
zoek op het terrein van de gegevensbanktechno
logie. Volgens hem moet daarbij minder de na
druk komen te liggen op de technische, maar meer
op de organisatorische, sociale en politieke crite
ria. De heer Bisselink gaf een overzicht van de
automatisering van de kadastrale boekhouding.
Het kadaster kreeg nog meer aandacht, doordat
wegens ziekte van één van de sprekers, de Engelse
versie van de kadasterfilm werd gedraaid.
In de derde groep waren een paar goede voor
drachten over de toepassing van interactieve gra
fische systemen (USA en Finland). Ook de voor
dracht van de heer Burrough over toepassing van
de analytische kartografie in landschapsplanning
reken ik tot deze groep.
De deelnemers aan het symposium in de Haagse Ridder
zaal.
160
ngt 79