De Geschiedenis van het Kadaster 9e jaargang no. 9, november 1979 E. Muller De Geschiedenis van het Kadaster is een veelom vattend onderwerp, zelfs als men zich beperkt tot ons eigen land! De oorspronkelijke inrichting, de voorschriften, de werkmethoden, maar ook de veranderingen en verbeteringen gedurende l/2 eeuw behoren er toe. En wat is het Kadaster zon der de Openbare Registers, of zoals men het vroe ger nogal verwarrend noemde: de Hypotheken? Sinds 1838 vormen deze Openbare Registers met het Kadaster een werkeenheid, al is er binnen deze eenheid heel wat verschil van mening geweest. Zo'n geschiedschrijving dient ook te gaan over de gebruikte hulpmiddelen, en - niet te vergeten - de mensen. En hoewel er weinig over geschreven is, behoorde de schatting van grond en gebouwen ten behoeve van de belastingbepaling ook tot de taak van het Kadaster. Naast de doelstelling zal het gebruik, dat gedurende l/2 eeuw van het Ka daster is gemaakt, besproken moeten worden. Dit alles te behandelen zou een aparte studie ver eisen, zoals onlangs door onze zuiderburen op een deelgebied is gedaan in: „De documenten in omloop bij het Belgisch Kadaster (1835-1975)". Soutendijk heeft echter al zoveel gegevens in zijn boeken: „De Kadastrale- en de Hypothecaire Boekhouding" verzameld, dat het wellicht beter zou zijn de laatste uitgaven uit 1906 en 1916 te herzien en te moderniseren. Ik heb niet de tijd, noch de bedoeling u met zo'n gedegen studie bezig te houden. Liever geef ik u mijn - wellicht subjectieve - kijk op de geschie denis van het Kadaster en de Openbare Registers. Daarbij zal ik er zo hier en daar wat grepen uit doen om het accent te laten vallen op de, naar mijn inzicht, belangrijkste facetten. Er is wel eens gezegd dat alle landmeters van het Kadaster individualisten zijn. Misschien geldt dit niet of in mindere mate voor de geodetische inge nieurs; maar verhoudingsgewijs zijn die er nog maar zo kort, dat ik me maar beperk tot de land meters. En omdat ik zelf ook zo'n individualist ge weest ben, wil ik met mezelf beginnen. Op 1 maart van dit jaar was het namelijk 40 jaar geleden dat prof. Schermerhorn aan Baarda, Mas- sink en mij het diploma van Civiel-landmeter uit reikte. 40 jaar waarin zich ook bij het Kadaster grote veranderingen voltrokken hebben. Het om slachtige en ingewikkelde rekenen met logarith- men, ging dank zij de rekenmachines tot het ver leden behoren. De bladschrijvers, die alle akten letterlijk overschreven, zijn overbodig geworden toen gebruik gemaakt kon worden van schrijf machines; hiertoe was echter wel een apart wetje nodig, hetgeen aantoont dat een vanzelfsprekende vereenvoudiging soms een ingewikkelde voorbe reiding vereist. De meetarbeiders - een ander voorbeeld van verandering - werden 40 jaar ge leden per dag gehuurd, ze kwamen 's zaterdags beleefd informeren welke dagen ze in de volgen de week mochten werken. Wel was men toen al sociaal-voelend genoeg om te beseffen dat de meetarbeiders, ook als het vroor, graag enige ver dienste zouden willen hebben. En daarom werden dan de jongste landmeters erop uitgestuurd; zo heb ik vóór de oorlog bij strenge vorst in Vrees wijk gemeten, - nou ja, gemeten - beter kan ik zeggen: wat maten verzameld. De meest opvallende veranderingen in de laatste 40 jaar betreffen voornamelijk nieuwe technische ontwikkelingen en organisatorische ingrepen, die soms ook weer een gevolg zijn van nieuwe tech nieken, zoals b.v. de komst van de electronica in de afstandmeting en in de toetsing en verwerking van metingsresultaten. ngt 79 Voordracht gehouden op de studiedag „Recente ge schiedenis van de geodesie in Nederland", op donder dag 30 augustus 1979 te Delft. 147

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1979 | | pagina 3