gen als de gegevens uit de openbare registers zelf en in geval van vernieuwing zelfs de kracht van een wet telijk vermoeden. Daarom was het voor mij een geruststelling in het Verslag van de Kadasterwerkgroep Toekomstvisie op blz. 16 te lezen, dat voor de aanwijs en de voor lichting aan het publiek juridisch/technisch geschool de medewerkers nodig zullen zijn. Maar op welk ni veau heeft men zich die scholing gedacht? Op dat van een jurist of ingenieur of niet? Op grond van de huidige leiding en werkwijze van de afdeling mutaties vrees ik van niet. Maar, zal men zeggen, wij kunnen toch niet bij het begin van iedere meting een acade micus aanwezig laten zijn; het gaat toch vaak om routine-handelingen. Dan wijs ik er op, dat 80% van wat er op een notariskantoor gebeurt ook een kwestie van routine is, terwijl toch iedere akte door de notaris zelf moet worden verleden. Van de grens- aanwijzing zal in elk geval een behoorlijk bewijsstuk moeten worden opgemaakt, dat geverifieerd wordt door een ingenieur of jurist van het kadaster, terwijl in geval van vernieuwing zelfs een proces-verbaal nodig zal zijn. Als men vreest, dat dit allemaal te duur gaat worden, moet men de hoogte van de ka dastrale tarieven maar aan die van de notaris aan passen. Men is tenslotte eigendomskadaster of men is het niet. Ik zeg dit allemaal met zoveel nadruk, omdat ik het gevoel heb, dat het kadaster zich de laatste tijd zo sterk op zijn alsmaar uitbreidende publiekrechtelijke taken gaat concentreren, dat men het privaatrechte lijk fundament daarvan wel eens dreigt te vergeten. Ik keer het om: juist omdat het kadaster steeds meer betekenis krijgt in publiekrechtelijke zin, moet het privaatrechtelijk steeds zorgvuldiger te werk gaan. Want in feite komt het er in praktisch alle admini stratieve wetten en wetsontwerpen omtrent onroe rend goed op neer, dat aan de kadastrale gegevens incl. de grenzen een volledige bestuursrechtelijke rechtskracht wordt toegekend. Met een rechtstoe stand die afwijkt van het kadastrale wordt publiek rechtelijk geen rekening gehouden. Dat kan ook niet, maar des te meer reden om die afwijkingen te voorkomen. Mijn conclusie luidt, dat zowel het nieuwe B.W. als de moderne administratieve wetgeving wettelijke waarborgen omtrent een zorgvuldige registratie van private rechten door het kadaster nodig maken. Die waarborgen moeten straks in de Kadasterwet wor den gevonden. Ik kom daar aan het eind nog op terug, maar wil het nu eerst nog even hebben over de nieuwe taken van het kadaster als informatie dienst. 4. Nieuwe taken In het kort verslag van de Kadasterwerkgroep Toe komstvisie treft men daarover weinig aan. Impliciet wordt er blijkbaar vanuit gegaan, dat ook de publiek rechtelijke rechtstoestand geregistreerd moet wor den. Op blz. 15 wordt namelijk gesproken over infor matie op het gebied van privaat- èn publiekrechte lijke rechtshandelingen en rechtsfeiten. In het rap port van de Werkgroep Coördinatie Wetgeving On roerend Goed [12] hadden wij - met name de heer Henssen en ik - die taak al aan het kadaster toege dacht. Trouwens in recente wetsontwerpen wordt vermelding van overheidsmaatregelen in de kadas trale registers al systematisch nagestreefd. Maar in de Kadasterwet zal dit tot een algemene taak van het kadaster moeten worden verheven, uiteraard met verwijzing naar de bijzondere wetten, voor wat de regeling betreft. Weinig vindt men ook in het Verslag terug over de veelvuldig bepleite wenselijkheid van een gebruiks- registratie door het kadaster. Zulks nog wel, terwijl in een onlangs verschenen rapport van de drie we tenschappelijke instituten van het CDA over het agrarisch grondbeleid [13] krachtig wordt aange drongen op zo'n registratie door het kadaster in sa menwerking met grondkamers en gemeenten. Wel lees ik in het Verslag, dat de kadastrale perceelsvor ming zal worden afgestemd op de maatschappelijke behoefte, bijv. in deze zin dat zij de beheers- en ge- bruiksvormen gaat volgen. Wat betekent dit? Dat men het kadastrale eigendomsperceel wil vervangen door gebruikspercelen? Of alleen maar - wat ik zou toejuichen - dat men voortaan eindelijk eens de zgn. cultuurgrenzen, die geen eigendomsgrenzen zijn, systematisch wil uitbannen door aangrenzende per celen van dezelfde eigenaar te verenigen? Waar schijnlijk stelt men zich voor, dat geleidelijk aan meer gebruiksgegevens en ook topografische gege- 174 ngt 79

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1979 | | pagina 14