den gekoppeld en aan een bestemmingsplan voor een buitengebied een beheersverkavelingsplan. Ik raad uw dienst aan zich omtrent deze nieuwe ont wikkelingen snel te oriënteren. Beide werkgroepen noemen ook, zij het met enige aarzeling, de mogelijkheid van een bijdrage van de Dienst aan een eventuele toekomstige stedelijke her verkaveling. De K. en L.-werkgroep had er zelfs een verschil van mening over, dat misschien bij een ge sprek met de ontwerper van een eventuele Wet op de Stedelijke Herverkaveling had kunnen worden voor komen. In ieder geval zie ik de mogelijkheid van een dergelijke bijdrage even duidelijk voor mij als de stedelijke herverkaveling zelf. Weliswaar zullen in mijn gedachtengang de plannings- en uitvoerings bevoegdheden worden opgedragen aan een herver kavelingscommissie als samenwerkingsverband van gemeente en belanghebbenden. Niettemin lijkt mij detachering van kadastrale deskundigen bij zo'n commissie, uiteraard op verzoek van de gemeente, heel goed mogelijk. Vooral middelgrote en kleine gemeenten zouden van deze mogelijkheid gebruik kunnen maken. Dit brengt mij dan weer op de bestuurlijke reorga nisatie in relatie tot het kadaster. Daarna zal ik be sluiten met enkele opmerkingen over de kadaster wetgeving. 6. Bestuurlijke reorganisatie De Kadasterwerkgroep had nog een scenario willen ontwikkelen met het oog op een eventuele decentra lisatie van de Dienst in het kader van de bestuurlijke reorganisatie, maar kwam daar wegens tijdgebrek niet meer aan toe. Zelf kamp ik nu met hetzelfde tijdgebrek, maar vanwege het belang van de zaak en ook vanwege mijn lidmaatschap van de reeds ge noemde Commissie Hoofdstructuur Rijksdienst wil ik er toch iets over zeggen. Voor een goed begrip stel ik voorop, dat decentrali satie heel iets anders is dan de deconcentratie, die het kadaster als rijksdienst altijd heeft gekend, momen teel dus via de provinciale directies. Nee, decentra lisatie zou betekenen dat er naast het rijkskadaster ook een provinciaal kadaster en een volwaardig ge meentelijk kadaster zou zijn. Ondenkbaar is dit ze ker niet, omdat het kadaster duidelijk regionale en locale taken heeft, die theoretisch voor overdracht aan provincies en gemeenten vatbaar zijn. Zelfs de openbare registers en de volgens het privaatrecht verplichte inschrijving van rechtshandelingen daarin vormen geen belemmering. Immers ook de registers van de burgerlijke stand kennen volgens het B.W. een verplichte inschrijving van veranderingen in de rechtstoestand, dit maal met betrekking tot perso nen. Toch berusten die registers bij de gemeenten, evenals de bevolkingsregisters die in dit opzicht met de kadastrale registers vergelijkbaar zijn. Argument tégen zou kunnen zijn de behoefte aan uniforme re gelingen omtrent de kadastrale bijhoudings- en ver- nieuwingstaken, maar deze kunnen natuurlijk in de Kadasterwet ook voor gemeenten verplicht worden gesteld. De afdelingen bewaring en juridische zaken èn mutaties zouden dan dus voor overgang naar de gemeenten in aanmerking komen. Niet de afdeling projecten, althans niet wat de landinrichting en de basiskaartering betreft, omdat dit typisch boven- gemeentelijke taken zijn. Wel zouden dit, uiteraard met regelingen en aanwijzingen van het Rijk, pro vinciale taken kunnen zijn. Voor het rijkskadaster zouden dan alleen de centrale diensten, aangevuld met inspecties voor toezicht op de provincie- en ge meentekadasters, overblijven. Een figuur analoog aan de RPD. Zonder nu direct mij over deze mogelijkheid in posi tieve of negatieve zin uit te spreken, lijkt wat ik ge zegd heb voldoende om ook hier een nadere bestu dering van dit vraagstuk te bepleiten. Bij alles wat er nog steeds onzeker is bij de sinds jaar en dag voor genomen reorganisatie van het binnenlands bestuur lijkt één ding zeker: in ieder geval zal er sprake zijn van een toenemende decentralisatie van rijkstaken naar provincies en gemeenten toe. Bij uw eigen de partement is die ontwikkeling al gaande, wat de volkshuisvesting betreft, die nu ook in financiële zin zal worden gedecentraliseerd. Eerder al had C.R.M. met het welzijnsbeleid de stap gezet. De Raad voor de Territoriale Decentralisatie doet systematisch on derzoek op het hele terrein van het rijksoverheids- beleid, terwijl de RARO al verschillende suggesties voor verder gaande decentralisatie op ruimtelijk ge bied heeft gedaan. Daar is ook wel aanleiding toe, omdat zich hier het paradoxale feit voordoet, dat de ngt 79 177

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1979 | | pagina 17