Ik besluit met een opmerking die nauw met de ka dasterwetgeving verband houdt, namelijk de sinds lang voorgestelde instelling van een Kadasterraad. Een dienst van uw formaat, die zichzelf respecteert en open verbindingen nastreeft met wetenschap en samenleving, kan het beslist niet zonder een eigen adviesraad stellen. Uw dienst heeft nu enige ervaring opgedaan met de voorlopige Centrale Kaarterings- raad, ook in zijn provinciale vertakkingen. Waarom stelt u toch, vooruitlopende op de wet, niet een voor lopige Kadasterraad in over het zoveel bredere en zoveel belangrijkere terrein waarop u werkzaam bent? U kunt die inspiratie van buiten naar mijn mening gewoon niet missen. En als men zou menen van wel, dan kan dit enkel bewijzen, dat het kadaster nog altijd ondanks alle systeemtheoretische verhalen, zou functioneren als een gesloten en in zichzelf ge keerd systeem. Dat laatste wil ik echter bij alle voor uitgang die de laatste jaren is geboekt, beslist niet aannemen. Van mijn kant eindig ik met de stelling dat, als u in de zestiger jaren meteen een Kadaster- raad had ingesteld, u nu óók reeds een Kadasterwet zou hebben. Want tegen een invloedrijke adviesraad kan - dat is mij uit eigen ervaring gebleken - geen enkel ministerie op, zelfs niet dat van justitie. Overigens kan ik mij óók erg goed vinden in de ge dachte die twee weken geleden op het NGL-congres door Van Wely [20] werd uitgesproken. Hij pleitte daar voor de instelling van een Centrale Raad voor Kartografie en Vastgoedsystemen, zodat geen afzon derlijke Kadasterraad of Kaarteringsraad meer no dig zou zijn. Zo'n centrale raad zou zich dan óók kunnen gaan bezig houden met de coördinatie van wetgeving op dit belangrijke gebied. Een coördina tie die mij en hopelijk ook u zo zeer ter harte gaat, dat ik er graag mijn verhaal mee afsluit. Noten 1Voordracht gehouden op 9 november 1979 voor de Ver eniging voor Kadaster en Landmeetkunde te Utrecht. 2. Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde, augustus 1965, blz. 216 e.v. 3. Idem, februari 1970, blz. 3 e.v. 4. Verslag Werkgroep Toekomstvisie, Dienst van het Ka daster en de Openbare Registers, Apeldoorn, april 1979. 5. Zie hierover in algemene zin P. de Haan, Th. G. Drup steen en R. Fernhout, Bestuursrecht in de sociale rechtsstaat, Instrument en waarborg, Kluwer 1978 en voor enkele besprekingen van dit boek Bouwrecht 1979, blz. 361 e.v. en R. M. Themis 1979, blz. 409 e.v. 6. Advies over de operationele gebiedsaanwijzing, oktober 1979 als vervolg op het in 1976 verschenen Advies over de planologische besluitvorming op rijksniveau, Tweede Kamer 1975-1976, 13996, nrs. 1-2. 7. Rapport nummer 1 van de Commissie Hoofdstructuur Rijksdienst, Ministerie van Binnenlandse Zaken, Den Haag 1979. Deze commissie moet de Regering adviseren o.m. over de interdepartementale taakverdeling en coör dinatie, ook wat betreft wetgeving, planning en financie ring, de mogelijkheden en gevolgen van decentralisatie. 8. Preadvies N.J.V. 1973 over de coördinatie van de admi nistratieve wetgeving inzake onroerend goed, 2e druk Zwolle 1975. 9. W.P.N.R. 5202 en 5203. 10. Zie hierover mijn beschouwing in W.P.N.R. 5203 onder III. 11. Zie bijv. H.R. 5-5-1972, N.J. 1973, 3 en 10-12-1976, N.J. 1977, 408 met noot van W. M. Kleijn, waarover uitvoerig Gr. van der Burght, Ongekende wetenschap, Openbare les V.U., Alphen a/d Rijn 1979, blz. 11 e.v. 12. Bouwrecht Monografie nr. 4, Deventer/Alphen a/d Rijn 1976. 13. Agrarisch grondbeleid, wetenschappelijke instituten CDA, Den Haag 1979, blz. 45 en 60. 14. Rapport Studiecommissie Leidingenregistratie, NGT 1971, blz. 91 e.v. en 148 e.v. en Rapport Werkgroep Lei dingenregistratie, Staatsuitgeverij 1972. 15. Ir. D. W. van Biesen, Onderzoek naar de toedelings mogelijkheden in de ruilverkaveling „Ruinen", NGT 78, blz. 159 e.v. 16. Juridische consequenties van het systeem van toegepaste modulaire coördinatie van de woningbouw (de sluitmaat op straat), De Architect, 79, 7/8, blz. 79 e.v. 17. F. Kuitenbrouwer, Bestuurlijke automatisering gaat nieuw tijdperk in, NRC Handelsblad, 30 oktober 1979. 18. Prof. mr. A. R. Bloembergen, Aansprakelijkheid bij lei dingschades, Bouwrecht, augustus 1979, blz. 565 e.v. 19. H.R. 1-7-1977, N.J. 1978, 84 en Bouwrecht .1977, blz. 791 20. Ir. G. A. van Wely, De plaats van de landmeetkunde, NGL-congres, 24 oktober 1979 te Utrecht. ngt 79

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1979 | | pagina 19