Boekbespreking
onder zijn leiding verricht, terwijl de laatste jaren
ook gebruik werd gemaakt van Dopplermetingen.
In hetzelfde verband werden op en nabij de Afsluit
dijk metingen verricht voor het basisvergrotingsnet.
Tenslotte dienen te worden vermeld de zeer nauw
keurige lengtemetingen t.b.v. de bepaling van de
ligging van satellietwaarnemingsstations.
Vele jaren was hij, ondanks zijn drukke werkzaam
heden, als leraar verbonden aan de vakcursus voor
technisch ambtenaar, waar hij de waarnemings
rekening doceerde.
Zijn overlijden wordt door de gehele Nederlandse
geodetische wereld als een groot gemis gevoeld.
Tromp Haarsma was, behalve een harde werker, een
goed mens. Hoewel zijn kinderen allen getrouwd
zijn, vormde de familie Haarsma een hechte eenheid.
De leegte die hierin zo plotseling ontstond is vooral
voor zijn vrouw erg moeilijk te verwerken.
Bij de crematie zei de oudste zoon heel treffend, dat
de directheid van het overlijden van zijn vader geheel
in overeenstemming was met zijn levensstijl.
Moge behalve de steun van haar vader, kinderen en
vrienden, de wetenschap dat haar man voor de geo
detische wereld in en buiten het Kadaster zulke grote
verdiensten heeft gehad, aan mevrouw Haarsma de
kracht geven haar levensritme te hervinden.
ir. H. de Ridder
J. E. Alberda: Inleiding landmeetkunde.
Delftse Uitgeversmaatschappij/Vereniging voor Studie- en Stu
dentenbelangen. Delft 1978. 488 blz. Prijs: voor leden van de
VSSD f 24,50, voor anderen f 49,
Beloofd is beloofd, en daarom nu in dit laatste nummer van
het NGT deze bespreking van een boek dat al geruime tijd
in de handel en naar ik heb begrepen al weer uitverkocht
(geweest) is door de grote vraag. Deze bespreking komt dus
als mosterd na een maaltijd die ook zonder die kruiderij zeer
in trek is. En terecht, want er wordt maar weinig landmeet-
kundigs niet in dit boek behandeld, en de wijze waarop de
stof wordt opgediend getuigt van grote zorgvuldigheid en
didactische vakbekwaamheid.
Elk hoofdstuk, van de dertig, wordt voorafgegaan door een
samenvatting, zoals men ze wel aantreft in studieboeken en
jongensboeken van rond de eeuwwisseling, en wordt besloten
met een zeker niet gedateerde literatuurlijst (veel verwijzingen
naar het NGT!), en een reeks vragen en opgaven. Ook heeft
het boek, zoals het hoort, een register. Helaas liet me dat een
paar keer in de steekhet begrip „interferometrische afstands
meting" op blz. 91 bleek niet in het register te staan, zodat ik
de uitleg niet kon opsporen. De woorden „glijplaat" en
„detailcoördinatograaf" op de bladzijden 241 en 248 worden
wel in het register vermeld, maar ook nu vindt men niet de
weg naar een toelichting. Ook is niet duidelijk wat het verschil
is tussen bladzijdenummers in cursief en romein achter de
trefwoorden.
„Landmeten is een vak dat men niet alleen uit een boek kan
leren" verklaart Alberda in zijn voorwoord. Het boek is dan
ook bedoeld om het onderwijs aan HTS en TH te ondersteu
nen, het is zeker niet geschikt voor zelfstudie. Iemand die op
basis van dit boek alleen zich enig inzicht in de landmeetkunde
wil verschaffen en met hoofdstuk 1 begint zal al in hoofdstuk
2, over kaartprojecties, tot de conclusie komen, dat landmeet
kunde toch wel een heel moeilijk vak is, en de rest ongelezen
laten, wat jammer is. Misschien zou een handleiding voor de
haastige lezer ook degene die geen leermeester bij de hand
heeft op weg kunnen helpen.
We zijn zojuist blijven steken in het hoofdstuk kaartprojecties.
De beschouwingen over de stereografische projectie vooron
derstellen nogal wat „klassieke" meetkundige kennis, die bij
de meeste lezers niet aanwezig zal zijn. Ik zou dit zeker weg
gelaten hebben. Ook zet ik vraagtekens bij de uitvoerige be
handeling van de planimeter in par. 25.1. Dit wonder zou ik
niet openbaren.
Merkwaardig is, dat op blz. 354 wel aandacht wordt besteed
aan automatische coördinatenlezers, maar dat coördinato-
grafen, al dan niet elektronisch bestuurd, in het geheel niet
worden behandeld (blz. 322). Gezien de snelle ontwikkeling
op het terrein van de digitale kaartering lijkt me een bespre
king van de principes hiervan wel op z'n plaats, evenals van
de zelfregistrerende meetapparatuur.
Is er geen evenwicht tussen digitaliseren en kaarteren, dat
evenwicht is er wel tussen opmeten en uitzetten. Het laatste
wordt uitvoerig behandeld in hoofdstuk 27. Wat dit hoofdstuk,
en trouwens het hele boek, siert is de nadruk op praktische
werkwijzen. Ook op het belang van controle wordt voortdu
rend gewezen.
Het boek is geschreven in een verzorgde stijl, hoewel hier en
daar wat plechtstatig en soms wat abstract. Een extra plaatje
zou dan veel kunnen verduidelijken. Wat moet ik me bijvoor
beeld voorstellen bij een cilinder die de aarde volgens twee
meridianen snijdt (blz. 15)?
Maar dat is slechts detailkritiek. Als geheel biedt Alberda's
boek een voortreffelijk overzicht van de landmeetkundige
methoden en instrumenten aan de vooravond van de automa
tisering van meting, berekening en kaartering al dan niet met
behulp van satellieten. Aan de nieuwste ontwikkelingen heeft
Alberda zich nog niet gewaagd, maar wie zou daar nu wel toe
in staat zijn?
René van der Schans
182
ngt 79