beurt er iets via een ingenieursscriptie. Het is echter wel de bedoeling dat een van de medewerkers zich op het terrein van de vastgoedsystemen gaat oriën teren, wat dan kan uitmonden in een proefschrift en een stukje onderwijs. „Ik krijg bij het doornemen van de gids de indruk dat de geodesie hier nogal in vakjes wordt gestopt, aparte colleges voor veelhoeken, voor netten van de derde orde, enz. Is dat zo?" „Ja, bijvoorbeeld in het vierde semester krijgen de studenten in één college de foutentheorie van de veelhoek, gecombineerd met optische afstandsme ting. Op dat moment weten ze eigenlijk nog niet wat een standaardellips is, en hebben ze nog geen statistiek gehad. Begin van dit jaar ben ik een beetje met complexe getallen begonnen te stoeien, om te kijken hoe dat beviel. Dan merk je toch wel dat het toch erg moeilijk is als de studenten nagenoeg niets van vereffeningstheorie gehoord hebben. Woorden als tegenspraak, nulgrootheid moetje allemaal weer uitleggen. Ik krijg nou de kans om in het tweede semester stiekem wat over statistiek in te voeren zonder dat dit op het Studienplan komt. Doordat Vermessungskunde I geïntegreerd wordt met reke nen komt er tijd vrij voor statistiek. Statistiek wordt nu door iemand van wiskunde gegeven. Volgende week dinsdag hebben we een gesprek met hem in een klein commissietje van een paar docenten en studenten." „Je wil nogal wat overhoop halen, werd dat nou van je verwacht, heeft men jou speciaal daarvoor aan getrokken?" „Men verzet er zich niet tegen. Mijn voorganger, prof. Lichte, was natuurlijk al wat ouder, die is nu 68 of 69, die heeft de laatste jaren niets meer ver nieuwd. Als ik zo oud ben doe ik het ook niet meer, dan kan ik de energie niet meer opbrengen. Er moest wat gebeuren. Ik krijg alle mogelijkheden en kansen, men staat er positief tegenover. Het enige is, daar moet ik een beetje mee uitkijken, dat is het feit, later komen de studenten in de praktijk en dan moet het niet zo zijn dat ze met twee linkerhanden staan. Met de kleinste kwadraten heb je nog de oude Duitse school. Ik leid op m'n eigen manier de klein ste kwadraten af, maar nou komt het, dan heb ik dat gedaan, zo werkt het, en hoe vind je nu de aflei ding in de Duitse literatuur. Het mag niet zo zijn dat ze de Duitse boeken niet meer kunnen lezen." Een andere manier om de ideeën van de Delftse school ingang te doen vinden bij de beroepspraktijk is via publikaties en colloquia. Elke universiteit heeft een eigen colloquiumreeks, die ook door men sen uit de praktijk wordt bijgewoond. Op de dag van het interview hield prof. Seeger uit Bonn een voordracht over dopplerplaatsbepaling, waarbij ik kennis kon maken met de directeur van de Ruilver- kavelingsdienst in Baden-Württemberg, een man die bijzonder goed beseft dat geodeten als planner op treden bij de ruilverkaveling. Maar dit terzijde. Van Mierlo zal begin volgend jaar een colloquium over S-transformaties verzorgen. „Hoe zit het hier met de studie en de studenten. Moeten ze harder werken, zijn ze slimmer, vlijtiger, onderdaniger?" „De studie is opgebouwd uit Vordiplom en Haupt- diplom. Er zijn acht semesters waarin colleges wor den gegeven. Ze worden er hier uitgeknikkerd als ze geen studievoortgang hebben bij het Vordiplom. De grootste zeef is, net als in Delft, de wiskunde. Harder werken? Ze hebben een stok achter de deur. Hun wordt aanbevolen goed naar de wiskunde te kijken, en verder hebben ze eigenlijk weinig geo detische vakken in het Vordiplom. Zoiets als Inlei ding Geodesie is er niet, wel een inleiding landmeet kunde waarin ook een kreet als geoïde wordt be handeld. De Diplomarbeit is twee tot drie maanden werk. Dat is heel typisch, daar hebben professoren niets mee van doen, in die zin, ze krijgen een coach toe gewezen en dat is een of andere assistent. Er is een lijst van onderwerpen, daar staat ook bij wie coacht. Dat werk wordt gemaakt, en op een gegeven mo ment krijgt een prof tot wiens vakgebied het behoort het werk op tafel. Die stelt samen met de coach het cijfer vast. Hij heeft geen sturende* invloed op het werk van de student, dat doet de medewerker. Stu denten worden niet in het onderzoek betrokken. Je moet een Vordiplom hebben voordat je aan het Niet „storende", zoals in de drukproef stond. (Red.) ngt 79 165

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1979 | | pagina 5