=1-
-30-
fig 4.3
functionele kenmerken
bedrijven
waarderingstableau
->
I
systeeme.lementen
structureren
Bepalen van de variabelen
belangenafweging
Hiermee wordt bedoeld de opbouw van de waarderingsfactoren rang (R) en gewicht (G),
het bepalen van de vorm van de waardefunctie en met name de invloed van R en G hierin.
Aangezien de waarderingsfactoren gekoppeld zijn aan de plaatsingen van een kavelaan-
spraakdeel hebben ze dus geen invloed op de concentratie, wel op de overige functionele
kenmerken.
- Gewicht (G)
De billijkheid die een plaatsing gezien vanuit de inbreng van een bedrijf heeft.
Nu moet men beoordelen of de plaatsing gezien de inbreng voor wat betreft de functio
nele kenmerken, billijk is. Ook hier echter de problemen hoe geeft men de (exacte) cij
fers aan en hoe houdt men een praktisch toepasbaar geheel.
- Rang(R)
Al eerder aangegeven als het belang dat een plaatsing gezien vanuit het bedrijf heeft. In
feite zou men bij het bepalen van de rang moeten aansluiten aan het opgestelde waar
deringstableau. Het probleem in de praktijk is echter, dat men getallen moet gaan toe
kennen aan een gering, gemiddeld, groot belang voor alle erbij betrokken functionele
kenmerken. Daarbij moet het ook een eenvoudige, begrijpelijk, praktisch toepasbare
vergelijkingsbasis blijven.
beleid
PC.
Afhankelijk van het beleid van de Plaatselijke Commissie dient uit de algemene vorm
een bepaalde waardefunctie samengesteld te worden. Hierbij moet naar de mening van
de Werkgroep Mechanisatie Toedeling, deze waardefunctie aansluiten op de gekozen
beginoplossing. De beginoplossing is nl. in de hier beschreven systematiek de door de
Plaatselijke Commissie op grond van belangafweging tussen beleid, wensen, inbreng ge-
nonnen voor het
Waardefunctie
De algemene vorm van de waardefunctie is:
F F P, p, R, r, G, g, Sv, Sw, k