-7-
Hoofdstuk 2 Theoretische Grondslagen
Inleiding
2.1
2.2 Blokdelen (zie figuur 2.2)
2.3 Inbreng en kavelaanspraak (zie figuur 2.3)
2.4 Kavelaanspraakdelen (zie figuur 2.4)
of meer kavelaanspraakdelen.
In dit hoofdstuk zullen de belangrijkste begrippen uit het ATOR-systeem kort worden
toegelicht.
Achtereenvolgens komen aan de orde de begrippen:
- blokdeel
- kavelaanspraak
- kavelaanspraakdeel
- plaatsing
- oplossingsverzameling
- waarderingsfactoren: rang, gewicht
- beginplaatsing
- beginoplossing
- sluitterm
- mogelijke overboeking
- alternatieve plaatsing
- waardefunctie
- uitgevoerde overboeking
- toegepaste plaatsing
- overboekingsproces
- overgeboekt kavelaanspraakdeel
- eindoplossing.
Uit een kavelaanspraak moeten uiteindelijk kavels worden gevormd, tot een waarde onge
veer gelijk aan de kavelaanspraak.
Om bij benadering aan te geven hoeveel kavels gevormd moeten worden en hoe groot deze
moeten zijn wordt elke kavelaanspraak opgesplitst in een of meer kavelaanspraakdelen.
Het toedelingsprogramma is niet in staat om precies aan te geven waar een bepaalde kavel
moet liggen, maar kan wel het deel van het blok aanwijzen waar toedeling mogelijk is. Het
is daartoe noodzakelijk dat aan het begin van de toedelingsprocedure het blok wordt
opgesplitst in een aantal stukken, blokdelen genaamd. Deze kunnen overeenkomen met
de vakken uit de klassieke toedelingsmethode, maar kunnen ook opgebouwd zijn uit twee
of meer vakken of bestaan uit delen van vakken.
Bij de berekeningen kent de computer alleen de blokdeelnummers en de blokdeelwaar-
den; de oppervlakten en coördinaten van de zwaartepunten, die ook kunnen worden
ingevoerd, spelen daarbij geen rol. Over de topografie binnen een blokdeel weet de reken
machine niets en hij kan daar dus ook geen rekening mee houden.
Uit het register R-l kan de inbreng van elke rechthebbende worden verkregen. Na toepas
sing van kortingen en van te voren bekende over- en onderbedelingen wordt de kavelaan
spraak gevonden. Deze kan ook ontstaan door samenvoeging of splitsing van de inbreng
van een of meer rechthebbenden.
In het voorbeeld is aangenomen dat de kavelaanspraak van R-l nr. 9, C. Balk, gelijk is aan
diens inbreng, groot f 98.300.