-9-
Plaatsingen en waardenngsfactorcn (zie figuur 2.5.1
2.5
Fig. 2.5.1
PLAATSINGEN EN WAARDER1NGSFACT0REN
van kavelaanspraakdeel 9.2
4
3
3
2
1
WAARDER1NGSFACTOREN
2
1
De rekenmachine weet nu nog niet in welke blokdelen de kavelaanspraakdelen kunnen
worden toegedeeld. Daartoe is het eerst nodig dat aan elk kavelaanspraakdeel een of meer
plaatsingen worden toegekend. Dit gebeurt door op het ponsdocument voorde kavelaan
spraakdelen minstens één en maximaal vijf blokdeelnummers in te vullen.
Een kavelaanspraakdeel kan door de computer alléén worden toegedeeld in de blokdelen
die bij de plaatsingen staan aangegeven, en steeds in één tegelijk. Aangezien er vele
kavelaanspraakdelen zijn, elk met een tot vijf plaatsingen, kan als gevolg van het keuze
proces dat de rekenmachine zal uitvoeren een zeer groot aantal verschillende „toedelings-
plannen” ontstaan: Elke uitkomst, of die nu goed sluit of niet, wordt oplossing genoemd,
en het geheel, de som, van alle oplossingen heet oplossingsverzameling. In de gefantaseer
de ruilverkaveling, „Achterkerken-Zuid” kon de computer kiezen uit zo’n slordige
1,6. lO1^ verschillende oplossingen!
Bij die keuze wordt gebruikt gemaakt van zgn. waarderingsfactoren. Niet elke plaatsing is
nl. even goed gezien vanuit het bedrijfsbelang of vanuit de inbreng die de rechthebbende
al in het blokdeel had liggen. De plaatsingen kunnen daarom gewaardeerd worden met
twee factoren (meestal rang en gewicht genoemd), die elk kunnen variëren van 1 t/m 9 en
die van te voren moeten worden bepaald en ingevoerd via het ponsdocument.
3 Rang R
2 Gewicht G
J