96 voorwetenschap en beschaving nog braak liggend land. Doch er is meer, niet alleen onze verhouding tegenover naburige mogendheden, en onze verplichting om mede te werken tot het oplossen van belangrijke wetenschappelijke vraagstukken, ook het onmiddellijke belang van ons land dringt tot het volbrengen van eene nieuwe driehoeksmeting. Het kadaster is in ons land tot stand gekomen zon der den steun van eene uitgebreide driehoeksmeting, doch evenals in andere landen, waar men op dezelfde wijze is te werk gegaan, heeft men zich ook hier se dert lang genoodzaakt gezien sommige gedeelten daar van te vernieuwen. Men heeft deze hermetingen ver bonden aan de driehoeksmeting welke vervat is in de «Meetkunstige beschrijving van Nederland", maar zon der het gewenschte doel te bereiken. Die driehoeks meting toch, hoewel alleszins voldoende voor het doel waarvoor zij is uitgevoerd, mist de nauwkeurigheid die voor het kadaster noodzakelijk ishetgeen o. a. kan blijken door vergelijking met de driehoeksmeting uitge voerd door de ingenieurs van den waterstaat ten dienste van de Rivierkaart. Hoewel beide driehoeksmetingen op hetzelfde primaire net steunen, en volgens dezelfde methoden behandeld zijnvindt men toch in de ligging van gemeenschappelijke punten afwijkingen die meer malen van 5 tot 10 meters, bij sommige zelfs tot 20 en meer meters, opklimmen. Dat de grenzen van na burige gemeenten op verschillende kadastrale plannen niet behoorlijk overeenstemmenis genoeg bekenden dat er in de kadastrale opgaven soms fouten van 20

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1885 | | pagina 100