107 land bedragen, elk op zich zelf zeer gebrekkig en zonder be hoorlijk onderling verband opgemeten werden. 1). Uit die, zonder voldoende aansluiting opgemaakte dessa- kaarten, waarvan de aan elkaar grenzende gedeelten meestal volstrekt niet aansloten, werden met behulp der topographi- sche kaarten, de overzichts- of districts-kaarten saamgeflanst. Uit die gebrekkige kaarten moest op de meest primitieve wijze, met glasruiten en zonder behoorlijke verificatie, de oppervlakte worden gevonden, waarom het te doen was. De oorspronke lijke kaarten waren vervaardigd op vreemdsoortige stukken ongeschikt papier, kardoespapier, aan elkaar geplakt dun schrijfpapier, enz. en werden dan later als kladkaarten ge bruikt. Deze waren ten laatste versleten, of gingen verloren, waarna de copieën als minuten dienst deden. Bij de uitgebreide verificatiën, verricht door den ingenieur, chef van den kadastralen dienst in 1879 en 1880, bleek dan ook, dat, behalve tal van groote gebreken en onnauwkeurigheden, moest aangenomen worden, dat de metingen gemiddeld 10 pCt., de oppervlakten ongeveer 20 pCt. van de waarheid afwekenver der, dat de kaarten veelal in een ellendigen toestand verkeerden, een belangrijke achterstand in de bijhouding bestond, enz. Slechts in een paar residentiën die het laatst zijn gemeten, werd de toestand minder ongunstig bevonden. Met recht begon de Regeering dus in te zien, dat het ge heel, als kadastraal werk beschouwd, geen waarde had. Na rijpe overweging werd deze diensttak dan ook bij be sluit van 10 Mei 1879, N°. 6, Staatsblad N°. 164 opgehe ven l), de taak, voor zoover het technisch gedeelte betreft, aan het nieuw kadaster opgedragen, terwijl het verzamelen van statistische gegevens aan de zorgen van het Binnenlandsch bestuur werd overgelaten 1) Zie dienaangaande: de Bertdentie-lcaarten van Java en Madoera bz. gg en vlg., S) De Triangulatie van Sumatra Bijlage. I, 8) Wjj vermenen te weten, dat de aanwijzingen en adviezen te dier zake van den toenmaligen chef Tan den Topographieohen dienst in Ned.-IndiB de thans ge pensioneerde kolonel Havinga zeer veel tot dit besluit hebben bijgedragen.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1885 | | pagina 111