109 De eerst uitgezonden ingenieur was intusschen overleden en zijn opvolger, in Maart 1876 te Batavia aangekomen, kon zich niet vereenigen met het in art. 5 van genoemd Staatsblad gehuldigde beginsel, om elke kadastrale afdeeling als een op zich zelf staand geheel te beschouwen, zonder onderlinge aan sluiting of verband met de bestaande triangulatie. De kadastreering van Batavia was echter reeds te ver gevorderd, om daarin nog verandering te brengen; alvorens elders aan te vangen, werd een wijziging van dat belangrijk artikel voorgesteld en dienovereenkomstig door de regeering bij Staatsblad 1878, No. 104, beslist In 1878 maakte men een aanvang met de kadastreering van de hoofdplaatsen Samarang en Soerabaja, en hier werd nu gewerkt in verband met de triangulatiën der geographische en topographische diensten. Het kadaster in de binnenlanden bleef in handen der gou vernementslandmeters; de chef van den kadastralen dienst had zich daarmede voorloopig niet in te lntp^ In dien toestand verkeerde het nieuw kadaster, toen het gouvernementsbesluit van 10 Mei 1879, No. 6, {Staatsblad No. 164) door opheffing der kadastraal-statistische opneming, een groote uitbreiding onderging. Het technisch personeel 6 Europeesche en 400 inland- sche landmeters ging over bij het kadaster, nadat het zich onder toezicht van den chef en vier andere ambtenaren van het kadaster, de daarbij gevolgde methode van meten eenigs- zins had eigen gemaakt. Hierdoor was het mogelijk aan het kadaster, behalve de kadastreering der drie hoofdplaatsennog op te dragen: a. de vervaardiging van kaarten van geheel Java en Madoera (behalve de residentiën Soerakarta, Djokdjokarta, de regent schappen Madoera en Soemenap) met dien verstande, dat de grenzen der gronden in individuëel bezit alleen ddn op kaart wor den gebrachtwanneer er zakelijke echten op gevestigd zijn

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1885 | | pagina 113