Bertot's grauwe bepaling der waarscliijiilülrste
ligging ran een pnnt.
Eenige fransche zeeofficieren (Hilleret Marc St.
Hjlairb, de Magnao) wenschten de theorie en practijk
van de zeevaartkundige plaatsbepaling te hervormenen
verzochten Yvon Villarceau om het sterrekundig gedeelte
der herziening op zich te nemen. Deze gaf van zijne
bemoeiingen een bericht in Comptes Eendus6 Mars
1876, tome 82, p. 531. Wat hij noemt »la nouvelle
navigation" berust vooral op het gebruik van den
chronometerwiens aanwijzingen tegenwoordig eene
hooge mate van juistheid bezitten. Met behulp van
deze levert iedere hoogtebepaling van een ster, op de
zeekaart een rechte lijn (hoogtelijn), welke de meet
kunstige plaats is van de punten, die aan die waar
neming voldoen. Twee zulke lijnen zijn theoretisch
voldoende; hun snijpunt is de gezochte plaats van
het schip. Met drie of meer (n) hoogtewaarnemingen
is het vraagstuk meer dan bepaald. Iedere hoogtelijn
snijdt al de anderen, dus i n (w-1) snjjpunten. Men
moet de waarschijnlijkheidsrekening te hulp roepen om
de waarschijnlijkste plaats van het schip te vinden,
Tijdschrift Kadaster 1886. 8