118
nauwkeurigheden of omgekeerd evenredig met de vierkan
ten der middelbare fouten.
De gewichten zijn verhoudingsgetallen, die aangeven,
in welke verhouding verschillende metingen zouden her
haald moeten worden, om gelijke nauwkeurigheid te
verkrijgen.
Noemt men Z, het midden uit 16 metingen van een
hoek L met een équerre en noemt men de 17® meting
It dan is de waarschijnlijkste waarde van dien hoek
L 16 li l* (6)
17 V
De middelbare fout en het gewicht van éene theodo
lietmeting h zijn dus gelijk aan die van Z,; men kan
daarom Z, door Z3 vervangenwaardoor we als de
waarschijnlijkste waarde uit éene theodolietmeting en
éene équerremeting vinden:
L ÜA+J? (6)
Stelt men vs L ls en v% L lt dan is der
halve: »s 0. (8)
Het verschil tusschen twee directe metingen moet
dus zoo verdeeld worden, dat het verschil met iedere
meting omgekeerd evenredig is aan het gewicht van die
meting.
In de vereffening moet dus iedere meting met zijn
gewicht worden vermenigvuldigd.
Hebben de metingen xt x3 éener grootheid de
gewichten Pi p% Ptdan is de waarschijnlijkste
uitkomst