121 Om alle richtingen 0 uit de punten S door het gevraagde punt P (fig. 1 en 3) te laten gaan, moeten deze kleine correctiën i>, vx v3 v4 ondergaan. Deze zijn blijkbaar positief als P, uit S gezien, rechts, en negatief, als P links van de visierstraal is gelegenin fig. 1 zijn dus ti, en v3 positief, vx en v3 negatief. Is P gevonden, dan zijn ook de loodlijnen ht ht h3 en uit P op de visierstralen bekend, en uit deze en de afstanden «j a3 »a «4 tusschen P en de om liggende punten S kunnen ook de correctiën v berekend worden. Voor deze kleine hoeken mag men den sinus gelijk stellen aan den boog of v Wil men v in seconden uitdrukken, dan moet het tweede lid der vergelijking vermenigvuldigd worden met het aantal seconden eener boog van de lengte der straal, nl. met - 18° 60 - $06265, of, indien in centimeters en s in meters uitgedrukt zijn, met A 2063; alzoo: - h 4 (14) h De waarden van met s als argument vindt men in een tafeltje van een halve bladzijde op blz. 32 van Anw. IX. De waarschijnlijkste ligging van P wordt bepaald door de voorwaarde: -4--f- v3v3 -4- »4»4 een minimum (15; h of vervangt men v door 8

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1885 | | pagina 125