124 zijnis in dit eenvoudig geval aan de voorwaarde voldaan, indien (form. 11) [pyy] een minimam en [py] =0 en [pxx] een minimum en \_px=0 Het komt er dus op aan, een punt te vinden, zoodanig gelegendat de algebraïsche som der projectiën van de loodlijnen op de visierstralen op eene lijn door dat punt (of op eene willekeurige lijn) gelijk nul is. Daartoe nemen we eerst een willekeurig punt Q (fig. 3) en construeeren de 4 loodlijnen QFi op de visierstralen. Een cirkel, over Q P als middellijn, snjjdt deze loodlijnen in punten qt zoodanigdat de hoeken QqtP recht en dus de 4 stukken qi Ft respectievelijk gelijk aan A, A, A„ en A4 zijn, waaruit volgt, dat de som der projectiën van de 4 Q Fi op eene willekeurige lijn bijv. op Q P gelijk is aan de som der projectiën van de 4 koorden Qqt op die lijn. Die som kan blijkbaar niet gelijk nul zijndus kan Q ook niet de waarschijnlijkste ligging van het gevraagde punt zijn (form. 21) zoolang de middellijn niet nul is. Hieruit volgtdat er slechts één punt P bestaat dat aan de voorwaarde [p y] 0 en [p 0 voldoet. Neemt men echter het midden der projectiën van Qqt (of van QFJ alsmede der projectiën op een lood rechte in Q, dan kan men daaruit een punt F construeeren. Noemt men nl. de projectiën van QFX\ 7Fl en ^Fl i Vermenigvuldigd met de gewichten, wat in het vervolg er steeds stilzwijgend bij verondersteld wordt.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1885 | | pagina 128