125 waarvan er in ons voorbeeld vier paren zijn, dan zijn de projectiën van F: ¥f Lp en Z, (22) LP] [p J v 7 De ligging van F is onafhankelijk van den stand der assen, waarvan men zich overtuigt, door bij iedere projectie eene constante te voegen, m. a. w. het assen stelsel te verplaatsen. Om dezelfde redenen kan men ter bepaling van F uitsluitend het midden uit de coördinaten van de Ft (oi gt) zonder die van Q nemen. Trekt men TF van elke TFl en XF van elke xFl af, m. a. w. verplaatst men het assenstelsel naar Fdan wordt [P1yj 0 en [pXP| 0 (23) Het is duidelijk, dat F, geconstrueerd uit het midden der projectiën van de koorden Qgt, binnen den cirkel moet liggen; F ligt dus dichter bij P dan Q. Liet men ook uit F weder loodlijnen neer op de visierstralen en bepaalde men uit het midden der coördinaten van de voetpunten op dezelfde wijze een punt, als F voor Fi werd bepaald, dan zou dit punt weder dichter bij P liggen, en zoo voortgaande zou men ten slotte P zelf vinden. l) Verschuift men b. v. de assen evenwijdig aan zich zelf over afstanden: y' en dan verandert form. 22 in: lplp] ~ÏpT~~ y Y'r en eveneens: X' X -f F r

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1885 | | pagina 129