131
middellijk doen zien, dat dergelijke driehoeksmeting zich
zeer ver van het op te meten terrein (door arceeringen
voorgesteld) zoude uitstrekken, on veel meer metingen
en berekeningen zoude tengevolge hebben, dan voor
de bepaling van het geringe aantal noodzakelijke hoofd
punten onvermijdelijk vereischt wordt.
Daarenboven had een onderzoek op het terrein in
middels tot de overtuiging geleid, dat eene verbinding
van hoofdpunten door driehoeken met buitengewone
moeielijkheden zoude gepaard gaan.
Het werd daarom eenvoudiger geoordeeld, om aan
de stadszijde enkele op het terrein aanwezige, ver zicht
bare voorwerpen, in verband met de Rijksdriehoeksme
ting te bepalen, om daardoor bases voor de bepaling
van andere punten te verkrijgen.
Te dien einde viel de keus op den toren van de
R. K. Kerk in de Vondelstraat (H)op den koepel van
het Paleis voor Volksvlijt (L) en op den toren van de
Muiderpoort (M).
Het bleek echter, dat die kerktoren en die koepel
geen geschikte plaats aanboden voor het opstellen van
een hoekmeetinstrument, zoodat, behalve de toren van
de Muiderpoort, nog een voorwerp gezocht moest worden,
dat gunstig gelegen was, wat het uitzicht op den om
trek betreft, en waar tevens de genoemde kerktoren en
koepel waargenomen konden worden. Zulk een voor
werp werd gevonden in den toren van de Eilandskerk (B).
De afstand der punten van do Rijksdriehoeksmeting
Amsterdam en Sloterdijk zoude derhalve een bekende,
en die tusschen de punten B. en M. een te bepalen
basis van den arbeid vormen, terwijl van B. en M.