132
uitgaandede ligging van H. en L. kon gevonden worden.
Dit aangenomen zijndewerd op het terrein omgezien
naar geschikte plaatsen voor de overige hoofdpunten,
en werden opgesteld de baken G, D, F, G, I, K en O.
Behalve deze koos men voor hoofdpunten nog het
torenije van het Rechthuis van Watergraafsmeer (N),
en den Zuidertoren van Amsterdam (P).
Op de torens van de Eilandskerk en van de Muider-
poort werden toen, op onderscheiden standplaatsen,
twaalfmaal de richtingen op de zichtbare omliggende
punten der Rijksdriehoeksmeting en op de punten H
en L gemeten.
De vereffening dezer waarnemingen is geschied volgens
de benaderingsmethode, die vermeld is in het werk
•Ordnance trigonometrical survey of great Britain and
Ireland".
(Jordan, Ilandbuch u. s. w. 112).
(Franke, Die Grundlehren, u. s. w. Art. 31).
De middelbare fout der uitkomsten werd geschat op 7".
Bjj de hoofdpunten, C, D, F, G, I, K en O werden
vijfmaal de richtingen op elkander en op de 6 boven
genoemde puntenvoor zoover die waargenomen konden
worden, gemeten. De middelbare fout van de uitkomsten
dezer metingen werd geschat op 10 k 15".
In figuur 7 zijn de gemeten richtingen voorgesteld.
Richtingen, die slechts van ééne zijde werden gemeten,
zijn door gedeeltelijk volle, gedeeltelijk gebroken lijnen
voorgesteld.
Na het centreeren der excentrisch verrichte metingen,
werd met de berekening aangevangen bij punt B
waarop die van punt M. volgde.