135 De ligging van P werd daarna op dezelfde wijze als die van B. en M. berekend, (m 10''). Ter verificatie van de verkregen uitkomsten werd de lengte onderzocht van de lijn C E. Deze werd berekend uit de 3 hulpdriehoeken Efia, a(iC en ad (eveneens in figuur 7), waarvan alle hoekenbehalve die bij E gemeten werdenter wijl de lengte van een der zijden «6gevonden is, doorlangs een spoorwegrailmet een 10 Meter lange stalen meetveertweemaal een lijn te meteneven wijdig aan die zijde. Door berekening uit deze hulpdriehoeken, werd voor CE gevonden 2068.14 M.terwijl uit de coördinaten wordt gevonden 2068.23 M. De middelbare fout der uitkomsten van beide bere keningen is ongeveer dezelfde, nl. 0.2 M. Behalve deze hoofdlijn werden nog 3 afstanden tusschen punten van lagere orde, gelegen in de nabijheid van M en O, geverifiëerd, met de volgende uitkomsten. Berekening uit de verifica tiemeting. Berekening uit de coörd. 695.8 M. 695.85 M. 597.45 597.48 650.39 650.29 Amsterdam, Mei 1885. F. G. Stücki

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1885 | | pagina 139