HET KADASTRALE VRAAGSTUK 1 Door de notarissen wordt dagelijks het kadastraal nommer in hunne akten vermeld als eene beslissende athans wettelijk voldoende aanduiding van een over te dragen of te bezwaren onroerend goed. Wat is een kadastraal hommer? Het klinkt bijna als een nuchtere vraag. De grond is in perceelen verdeeld. Denkt men zich daarbij eene kaart, waarop alle perceelen gefigureerd zijn, met een nommer in ieder figuur, dan is ieder nommer de aanduiding van het overeenkomstige perceel. G'est clair comme un beau jour Wat oppervlakkig eenvoudig en duidelijk schijnt, blijkt soms bij nadere kennismaking meer ingewikkeld of zelfs onjuist te zyn. Dat was ook de eerste indruk, dien wij ontvingen onder het lezen van de tweede en derde aflevering van het „Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde", waarvan wij voor eenigen tijd de verschijning aankondigden. In zijne beschouwingen ever het kadaster in Duitschland wijdt de redacteur, de heer J. Boer Hz. te Utrecht, ook uit over onze rechtstoestanden en werpt daarbij onze eenvoudige voorstelling als een kaartenhuis omver. Door de grenzen der perceelen zonder aanleiding aan formeele overdrachten in be weging te stellen en de dikwijls in loco onzichtbare rechtstoe standen van de grenzen, n.J. die van het feitelijk bezit (B. W. artt. 606, 610, 614 v.v.) die van het bezit-recht (Bi W. artt. 1) Hoofdartikel io het Weekblad zaor Notarisambt en Registratie Ho. 807.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1885 | | pagina 153