159
werden, zijn in fig. 1 en 2 aan de niet gemeten zijde
gestippeld, zooals bijv. de richtingen op Vleuten.
In genoemden vierhoek werden 9 richtingen 16 malen
gemeten, en vereffend volgens Jordan I 21 en 22
(Midd. fouten bijna 2" per richting en ruim 6 centi
meter voor den afstand D A). Deze vereffening valt
buiten het bestek van Anweisung IX.
Voor de berekening der coördinaten werden de rich
tingen op Amersfoort in Utrecht en Westbroek mede
16 maal gemeten, en het azimuth Utrecht-Amersfoort
68° 22' 45",68 0", 32) uit de ^Publications
de la commission géodésique néerlandaise I par J. A. G.
Oudemans la Haye chez Martinus Nijhoff 1881," alsmede
de afstand tusschen die punten uit het «Précis Historique"
overgenomen.
De hoekmeting had steeds plaats volgens de reïte-
ratie-methodezoodat uitsluitend richtingen gemeten zijn.
«Tegenwoordig bestaat er tusschen de woorden hoek
«en richting in de geodesie en wel bepaald in de
«vereffenings-rekening, verschil van beteekenis; men
«verstaat onder richting den hoek, welken een geo-
detischen straal vormt met een anderen vasten straal"
(richting van het nulpunt van den limbus, van de
as der abscissen enz), «doch welker ligging onbekend
«is, in tegenstelling van een hoek, welke betrekking
«heeft op twee geodetische stralenen steeds het ver-
«schil tusschen de twee betrokken richtingen is" (Jordan-
Steppes I p. 25).
Om een punt trigonometrisch uit meerdere gegeven
punten te bepalenkan men verschillende wegen inslaan.
Wordt een punt alleen vastgelegd door uitwendige