194
graphische (minstens 25 van de eerste of 10 van de
tweede, terwijl het aantal door 5 deelbaar moet zijn)
verkrijgbaar zijn aan de Kaiserliche Reichs-
druckerei in Berlin, verdient alleszins aanbe
veling, ook voor polygonometrische of eenvoudige
trigonometrische berekeningen (bijv. van de coördinaten
der eind- en inbindingspunten van meetlijnen, form. 22);
zij zijn daarom onvertaald (in verkleind formaat) over
genomen.
Formulier 1 is het hoekregister. In het voorbeeld
(blz. 185), behelzende de 1® en 3® rondmeting in punt l,
zyn enkele kolommen (voor aanmerkingen enz.) weg
gelaten. Voor de hoekmeting werd gebruik gemaakt
van den theodoliet N°. 1401 uit de fabriek van F. W.
Breithadpt Sohn te Gassel, voorzien van een horizontaal
cirkel van 15 centimeter middellijn, aflezing aan twee
noniën in 30" (15" bij schatting) en zonder verticaal
cirkel. De limbus werd na iedere rondmeting ongeveer
180°
verplaatst, als n het aantal rondmelingen op een
standplaats is.
Als beginricliting voqr alle rondmetingen moet een
punt gekozen worden, dat zeer duidelijk zichtbaar is,
desnoods buiten de driehoekspunten.
Kolom 2 van het hoekregister bevat de punten, op
welke achtereenvolgens gericht wordt. De kijker wordt
eerst in positieven zin rondgedraaid (overeenkomstig de
verdeeling op den limbus) en de noniën-aflezingen in
kol. 3 en 4 van boven naar beneden ingevuld. Nadat
in die volgorde alle richtingen zijn afgelezen en men
zich overtuigd heeft van den onveranderden stand van