219
//ondernemingen van nijverheid (Zie de nota van toe
lichting op het agr. besluit).
//Het maximum van den te verkoopen grond zegt de
//Nota verder is eenigszins ruim genomen, inzonderheid
//wegens de behoeften voor suikerondernemingen en de daar-
aan verbonden koeli kampongs grootere stukken voor
//landgoederen op nijverheids-inrichtingen kunnen in erfpacht
//verkregen worden volgens artikel 18 van het agrarisch besluit."
De uitgestrektheid voor gewone woonerven zal wel altijd
blijven beneden de bouw van 500 roeden. Daarom moeten
aanvragen tot het verleenen van eigendom van stukken
grooter dan een bouw, worden voorgebracht met wel toege
lichte voorstellen en niet gemengd onder de gewone aan
vragen om eigendom op kleinere stukken (Bijblad 1879
No. 8281). Ook dient in het proces-verbaal te worden melding
gemaakt van de bestemming door de aanvragers te geven
aan den grond (Bijblad 1881 No, 8629).
Zoodoende kan de regeering er een oog op houden, dat
alleen eigendom wordt verleend voor de doeleinden, genoemd
in de 2e alinea van art. 62 reg. regiem.;
dat grond aangevraagd tot uitbreiding van steden en
dorpen, ook daartoe worde gebezigd en het doel niet wordt
voorbijgestreefd door de erven onevenredig groot uit te
geven, d. i. grooter dan een bouw van 500 roeden als
maximum
dat ook de grond aangevraagd voor nijverheids-onderne
mingen werkelijk worde gebruikt tot oprichting van fabrie
ken en de noodige woon- en pakhuizen.
Vroeger werd geen grond afgestaan in eigendom, dan op
de hoofdplaatsen, en aan vreemde oosterlingen alleen eigen
dom verleend ter plaatse, waar bepaalde wijken aangewezen
waren voor hun landaard. Die beperkingen zijn Bedert ver
vallen. De circulaire van den Directeur van Binnenlandsch
Bestuur dd. 30 April 1872 No. 4469 luidde: