226 Overigens heeft de erfpachter de vrije beschikking over alles wat de grond oplevert. Bijzondere vergunning is noodig om ge'jruik te maken van het water in bestaande rivieren of waterleidingen door het perceel. Het aanleggen van nieuwe waterleidingen moet de erfpachter dulden. Bij afstand in erfpacht verleent het hoofd van gewestelijk bestuur aote tot i n s c h r ij v i n g in de openbare registers. Bij overgang van erfpachtsrecht geeft de erfpachter binnen eene maand kennis aan het hoofd van gewestelijk bestuur. Bij overschrijvingis geen recht verschuldigd even min als overschrijving van recht van opstal (Bijblad 8366) Bij die van verhuur wel. Evenals van eigendommen en reohten van opstal is van de erfpachtperceelen verponding verschuldigd 8/4 van de getaxeerde waarde. De erfpachter geniet vrijdom het jaar van de uitgifte en de vijf volgende jaren (art. 18). De inlander, op het perceel gevestigd, is vrij van cultuur- en heerendienst (art. 14) d. w. z. qua opgezetene van het erfpachtsland, waarvan toch de erfpachter de bezitter is en niet de bij hem gevestigde inlanders, doch geenszins volgt daaruit, dat grond in e. i. bezit niet belast zou zijn met heerendienst omdat en zoolang als de wettige bezitter verblijf houdt op een erfpachtBland. Het agrarisch beBluit eindigt met een tweetal gemengde bepalingen luidende//onder inlanders worden in dit besluit //niet mede verstaan de met hen gelijk gestelde personen." Als men nu nagaat, dat het besluit bepaaldelijk doelt op de rechten van den landheer en die van de grondbezitters en wetende, dat van de grondrechten, verbonden aan het in boorlingschap, zelfs zijn uitgesloten de leden der overheer- schende natie, dan behoeft het wel geen betoog, dat vreem delingen daarbij geheel niet in aanmerking komen, ze mogen dan heeten Oostersche of Westersohe vreemdelingen.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1885 | | pagina 234