J
m
-s
w-
229
eene verdeeling van den grond naar de rechten daarop uit
geoefend volgens de beginselen des ontginnings-ordonnantie.
I. Gronden behoorende tot de steden en dorpen.
g
m
1(a)
.s
■S
S
ao'e
8
e-o
s
Wegen
water en
alle grond
niet onder
1—4.
Erven in
eigendom
of
reoht
van opstal
Eabrieks-
grond.
als
boven.
7
II. Ghronden behoorende by het vrije Staatsdomein.
Gouv.
koffie
tuinen.
1
Gouv.
aan
plant
van djati
2
Lands
gebou
wen.
8(c)
Post en
spoorwe
gen
Bivieren.
4
Woeste
grond.
5
Huur
landen.
6(d)
Gronden
in
erfpacht.
7'
Pasoeroean, Mei 1885.
Borgerhoff van den Bergh,
O. 1. Ambtenaar.
O
eu
(o.) Kolom 1 bevat de sawahs, tegallans en eigen tuinen der bevolking in e. i.
of in communaal bezit* Z$J zfln schat- en dienstplichtig, hetgeen ook het geval
is met de vischvijvers en nipabosschen, gelegen binnen den kring van den dessagrond.
(6.) Tot uitbreiding van de steden en dorpen verleent de Btaat eigendom en
recht van opstal en evenzeer tot oprichting van fabrieken, doch niet van bouw
gronden, (BybL 3260), wel van erven en onbebouwd en grond. Ze worden verleend
tot een maximum van tien bouw. (BybL 8861),
(e.) Hieronder worden gerekend de etablissementen der Gouvornements kina
cultuur, alle Gouvernements bureaux, woningen van landsdienaren, civiele maga
zijnen, haven- en vestingwerken, werven en stapelplaatsen van marine- en oorlogs
departement.
(d.) Voor deze en de volgende rubriek alleen uitgegeven woeste gronden.
(Bybl. 8020). De huur en pachtschat gerekend naar de grootte van het perceel.
De erfpacht is bovendien onderworpen aan het middel der verponding en aan
een hoofdgeld van vjjf gulden voor ieder volwassen manneltjk opgezetene.