24 nu, zooals hierna blijken zal, ook bij het nieuwe wets ontwerp gedacht) en van andere oorzaken. Van zoo danige andere oorzaak zij hier een geval uit mijne praktijk vermeld. Van twee echtgenootenonder de G. N. gehuwden die beide onroerende goederen hadden aangebracht, stierf de man vóór 1878; tijdens het huwelijk waren ook onroerende goederen aangekocht die op het leggerartikel van den man waren geboekt. In de memorie van aangifte werd verklaard, dat de man had nagelaten de helft van al de goederen op het leg gerartikel vermeld. Die aangifte werd aangenomen niet altijd kan gecontroleerd worden of zoodanige aan gifte wel juist is en dientengevolge werd in het hoofd de vermelding van den eigenaar veranderd in «de Weduwe Gons." Ziedaar nu een foutieve tenaam stelling, die natuurlijk wel kan verholpen worden door toepassing van art. 36 der successiewet, als ze maar spoedig genoeg ontdekt wordt. Een zeer groote oorzaak van de onjuistheden der hypothekaire boekhouding is echter de mogelijkheid om eigendomsoverdracht bij onderhandsche akte te doen constateeren. Deze oorzaak wilde de heer Sannes weg nemen en daarom stelde hij voordat de levering van onroerende zaken zou geschieden door overschrijving van een hier te lande uitgegeven afschrift of uittreksel eener authentieke akte, waarbij die zaken worden over gedragen of zakelijke rechten op zoodanige zaken worden gevestigd of afgestaan. Voor dit voorstel konden vele argumenten worden bijgebracht en zijn dan ook door den heer S. aangevoerd. Hier mogen daarvan alleen de volgende vermeld worden.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1885 | | pagina 28