25
Een dringende eisch is het, dat er rechtszekerheid
besta; aan dien eisch voldoet het tegenwoordige stelsel
niet. «De geldigheid der levering van vast goed kan
«in vele gevallen door de raadpleging der openbare
«registers niet worden beoordeeld. Waar dit niet mogelijk
«is, is een nader onderzoek veelal ondoenlijk. De
«onderhandsche akteveelal slechts met kruisjes getee-
«kend door een der partijen dikwerf zelfs door alle
«leveren ook omtrent de identiteit der personen niet
«de minste zekerheid". Mij dunkt, tegen deze argumen
tatie valt niet veel in te brengen; en als men tegen
het voorstel aanvoert dat het te diep ingrijpt in de
vrijheid van handelen der burgers, dan antwoordt de
voorsteller m. i. zeer terecht«Maar die vrijheid mag
toch niet bestendigd wordenwanneer hij aanleiding
«kan geven voor den eenen burger om den anderen
«te benadeelen." De wetgever die reeds ten aanzien van
het hypotheekstelsel openbaarheid voorschreef, zou door
een bepaling als de voorgestelde slechts een stap in
diezelfde richting doen. Voeg hierbij nu nogdat
volgens de geschiedenis, die uitvoerig wordt medege
deeld de rechtsovertuiging van ons volkniet eischt
de bestendiging van het thans bestaande stelsel,
dan is daarmedezou men zeggenvoldoende de
wenschelijkheid van de nieuw voorgestelde bepaling aan
getoond.
En toch is, niettegenstaande de bepaling ook in het
herziene ontwerp voorkomt, dit het eenige punt, waar
omtrent de commissie van herziening niet eenstemmig
denkt. Een der leden heeft tegen dit voorschrift ernstige
bedenkingen. Het zou naar zijn oordeel in de praktijk