42
en van het grondcrediet. Onbetwistbaar reeds daarom,
wijl de grondeigendom en zijne bevruchting door het
crediet in het algemeen de grondzuil van ieder
staatsgebouw iszelfs van den meest industriëelen
industrie-staatzoolang de menschen nog niet geleerd
hebbeniets uit niets te maken. En met nadruk moet
er op gewezen wordenhoe bijzonder voor Duitschland
in de naaste toekomst de tijd natuurlijk Diet naar
enkele jaren gerekend de omzet in vaste goederen
en de behoefte aan grondcrediet in hunne thans reeds
hooge beteekenis slechts kunnen toenemenomdat bij
de tegenwoordige landbouwtoestandende dringend
noodzakelijke overgang tot meer intensieve cultuur met
een geweldige versnippering van het grondbezit hand
in hand moet gaanenzooals de in dit opzicht meest
vooruitstrevende deelen van Duitschland bewijzenook
werkelijk hand in hand gaat.
•Overigens moet ook het gewicht van het kadaster
voor het belastingwezen niet onderschat worden. Het
zou verkeerd zijn, hierbij uitsluitend te denken aan
de bestaande Duitsche wetgeving op de grondbelasting.
Het is moeielijk in te zien, hoe zelfs bij het meest
uitstekend systeem eener inkomstenbelasting voor de
bepaling van het inkomen van den landbouwer een
goed geordend kadaster ontbeerlijk zou zijn. En nog
minder is dit het geval als de theorie mocht door
dringen dat de grondbelasting volgens hare natuur
eene grondrente zou zijn
»Als dus de taak bepaald is, welke het kadaster
in het openbare leven te vervullen heeft, als geen
twijfel meer bestaan kandat bij opmaking van het