48
«Er bestaat geen enkele redenom deze bepalingen
niet over den geheelen Pruisischen staat uit te strek
ken voor alle metingen, welke worden uit
gevoerd volgens de in dit rapport uiteen
gezette gezichtspunten, te minder, daar deze
metingen de in Kassei tot nog toe uitgevoerde in deug
delijkheid nog zouden overtreffen.
«Niettemin moet de vraag te berde komen of het
aanbevelenswaardig isbij eene algemeene invoering
dezer bepalingen er eene wijziging in te brengen.
«Afgezien van de bijzondere voorschriftenwelke
voor het grootste gedeelte van de Rijnprovincie en een
deel van de provincie Hessen-Nassau noódig zouden
zijnomdat aldaar de wet op het grondboek van 5
Mei 1872 niet geldig is, zou bedoelde wijziging daarin
moeten bestaan, dat onder bepaalde omstandigheid eene
uitzondering op de bewijskracht der meting betrekkelijk
de eigendomsgrenzen wordt toegestaan."
«Al het menschelijk werk staat aan vergissing bloot
en bovenal moeielijk is hetin de onder voortdurend
tellen en rekenen onstaande resultaten der meting fouten
te vermijden, die door zinsbedrog of vermoëidheidof
door eene plotselinge afleiding der zinnen buitengewoon
licht ontstaan kunnen. Zelfs bij de meeste zorg en
onder aanwending van alle hulpmiddelenwelke de
techniek aan de hand doet, om fouten buiten te sluiten,
kan het den besten en meest ervaren landmeter over
komen, dat eene fout in zijne meting sluipt. Dat deze
ontwijfelbaar aanwezig is, kan uit de innerlijke samen
hang der meting dikwijls overtuigend worden aange
toond al kan men ook niet altijd opgevenwelk