50
eenkomt met den eigendom en den feitelijken toestand
tijdens de opmeting, kan slechts dan in aanmerking ge
nomen worden, als de grenzen door onveranderde ge
bouwen of andere moeielijk verplaatsbare werken of
voorwerpen aangeduid worden. Zijn zulke gebouwen
of werken later gesticht of aangelegdwelke de grens
volgens de kaart overschrijden, dan kan de benadeelde
eigenaar vorderen dat deze worden opgeruimd indien
de vordering vóór de voltooiing wordl^ ingesteld en
anders tot uitkeering van kostenschaden enz. door
deskundigen te begrooten".
Ten slotte laten wij nog eenige bepalingen volgen uit
de wetten van 29 Oct. 1830 en 2 Juli 1836 op het
grondboek in Hessen (naar welke de Pruisische staats
commissie boven verwees). Het verband tusschen het
grondboek en het kadaster is aldaar zoo innig, dat zij
samen éen geheel uitmaken. Zie J. S. blz. 439 v. v:
«Het kadaster vormt het fondament, waarop het grond
boek door de administratie van het kadaster wordt op
gericht.
«Het grondboek bestaat uit de volgende deelen:
a. De grondboekkaart, welke een getrouwe copie is
van de kadasterkaart, alzoo over de ligging, vorm, grootte
en aanduiding van ieder grondstuk inlichting geeft.
b. Het bijblad (Supplementkarte) op welke alle ver
anderingen na de legaliseering van het grondboek worden
gebracht.
c. Het grondboek zelf omschrijft voor ieder perceel
de soort van eigendom, de oude en nieuwe aanduiding
door plan en nommer, de klasse van belasting, de waarde,
den eigenaar, den titel van aankomst enz.