61
Elk dezer soorten van bebouwing wordt op eene
afzonderlijke wijze afgescheiden van de aangrenzende
pereeelen. Zoo worden de tuinen meestal omheind
door geschoren heggen, die eene hoogte van ongeveer
één meter hebbende boomgaarden door hoogopgaande
heggen, indien de belendende pereeelen tuinen of bouw
landen zijn of welen vooral tusschen boomgaarden
onderlingdoor aarden wallen ter hoogte van onge
veer één meterwaarop dan weer heggen geplant zjjn.
Hoewel er enkele afwijkingen voorkomenkan toch als
een algemeenen regel aangemerkt worden, dat de af
scheiding op de bovenomschreven wijze plaats heeft
Het bepalen der eigendomsgrenzen van pereeelen,
aan verschillende eigenaren toebehoorende en op boven
aangehaalde wijzen afgesloten geschiedt oogenschijnlijk
zeer gemakkelijkdoch levert dikwijls voor oningewijden
vele moeielijkheden op. Het blyft evenwel een vereischte
tot het nauwkeurig opmeten en in kaart brengen van
pereeelendat men zich vooraf vergewissewaar zich
de grenzen der pereeelen-bevinden.
Een en ander, op deze grensbepaling betrekking heb
bende wensch ik thans te bespreken.
Bij het opmeten van gronden, door heggen begrensd,
moet men eerst onderzoeken of die heggen al dan niet
gemeen zijn Een regel voor dat onderzoek vinden wij
in artikel 710 van het B. W.dat zegt: «Iedere hegge,
welke twee erven van elkander scheidt, wordt veron
dersteld gemeen te zijn, ten ware er titel, bezit of
teeken van het tegendeel mocht bestaan." Bestaat er
dus een titel, waarin over het al of niet gemeen zjjn
eener hegge of wal wordt gewaagddan is de zaak