63
deze met vroegere niet opgeheven verordeningen strijdig
zijn. De hierbij bepaalde afstanden genieten immers
de voorkeur, boven de bij de wet bepaalde.
Zal echter zulk een plaatselijk gebruik kracht van
wet hebbendan dient het bestaan daarvan bewezen
te worden.
In Limburg bestaan zulke erkende plaatselijke ge
bruiken die echter in de meeste gemeenten onderling
verschillen. Zij zijn de volgende
Niet gemeene heggen ter hoogte van ongeveer één
meter en gelijk met den grond geplant, mogen geplant
worden op afstanden van 41 tot 45 centimeters; niet
gemeene opgaande heggen, ook gelijkvloers staande
mogen slechts geplant worden op afstanden van 69 tot
74 centimeters, terwijl niet gemeene heggen, opwallen
geplant, van de scheidslinie moeten afstaan 1,11 1,17
meters, Deze gebruiken zijn in Limburg zoo bekend,
dat men bijna uit ieders mond kan vernemendat
bijv. eene niet gemeene opgaande haag van de eigen
domsscheiding moet geplant worden op eëne afstand
van 2'/a voeten men behoeft dus slechts een der veel
vuldig voorkomende tabellen ter hand te nemenom
te zien, hoe groot één voet in die gemeente wasom
daaruit tot den afstand in meters te geraken. Uit de
ongelijkheid dier voetmaat volgen de ongelijke afstanden
voor de verschillende gemeenten. Zoo is b. v. voor de
gemeente Maastricht die afstand 70 centimeters en voor
Roermond 72 centimeters.
Tot bewijs voor het bestaan dier gebruiken diene
het volgende:
In een reglement van den Souvereinen Raad van