65
bestonden deze benamingen, doch de lengte der roede
was niet overal gelijk en de verdeeling in voeten even
min. Zoo was
de Rijnlandsche roede 12 voeten 3,7674 Meters,
de Amsterdamsche =13 3,8607
de Geldersche 14 3,8073
de Groninger 14 4,0908
de Utrechtsche of
Stichtsche 14 3,7559
de Eoningsroede in
Friesland 12 3,9128
De in Limburg meest gebruikelijke maten waren
de Valkenburger voet 0,284360 Meters.
=s 0,291796
0,279880
0,294698
0,287925
die van St Lambert
Maastricht
St. Hubert
Gelder
Deze matenhier in voeten opgegevenals zijnde
voor ons doel het meest geschiktgeventoegepast op
de bepalingen voorkomende in het Reglement van den
Souvereinen Raad van Brabant dd. 16 Jan. 1705,
de hierboven vermelde maten der plaatselijke ge
bruiken aan.
Als overblijfsel van het gebruik dier oude maten
vindt men nogdat in Limburg bijna alle buurtwegen
de breedte hebben van één of een halve roede, terwijl
de voetpaden 4 voeten breed zijn.
Alhoewel men uit het reglement van 1705 zou
afleidendat die plaatselijke gebruiken van toen af in
zwang zijnis dat echter niet het geval. In een regle
ment van 28 Febr. anno 1500 zijn reeds in dien
Tijdschrift Kadaster 1885. 5