68 de scheiding in de richting van A naar B loopt tot onnauwkeurigheid aanleiding geven. Natuurlijk komen er gevallen voor, waarbij deze wijze van voorstelling op de kadastrale plans de ware isniettegenstaande het perceel op het terrein schijnbaar een vierhoek is; namelijk wanneer zich op alle hoekpunten dezer figuur scheidssteenen bevinden of welindien titels de grenzen van het perceel duidelijk genoeg beschrijven. De aanduiding der grensscheiding tusschen bouw landen onderling geschiedt door zoogenaamde scheids- of hoeksteenen, zijnde meestal keien van behoorlijke grootte. Ten einde de hoeksteenen te onderscheiden van andere keien, die zich in den grond mochten be vinden, worden door de landmeters bij het plaatsen der hoeksteenen onder iederen hoeksteen drie kleine steenen geplaatstterwjjl onder de hoeksteenen die door de justitie geplaatst worden zeven kleinere steenen ieder ter grootte van een ei worden gelegd. Dit laatste een oud gebruik zijndeevenwel op vroegere voorschriften steunende, geschiedt echter niet bij het plaatsen van gekapte hoeksteenen. P. W. H. Pauldssen. ZutphenMaart 1885.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1885 | | pagina 72