Missive van tie Rijncommissie voor Graadmetiiig; en Water
passing aan Z. E, den Minister van Binneniaisclie Zaten.
Leiden, Delft, Utrecht, 's Graverihage,
28 Februari 1885.
Na het mondelinge onderhoud over de voortzetting
der driehoeksmetinghetwelk de Commissie van Graad
meting en Waterpassing de eer had met Uwe Exc. te
voeren, acht zij het thans, nu ook in den boezem van
de Tweede Kamer stemmen zijn opgegaan om de'wen-
schelijkheid dier voortzetting uit te Opreken, haar plicht
Uwe Exc. nogmaals kortelijkop schrift, de gronden
uiteen te zettenwaarom zij het staken van de werk
zaamheden voor de driehoeksmeting van Nederland on
raadzaam zou achten. Zij veroorlooft zich van dit
schrijven aan de leden der Tweede Kamer mededeeling
te doen.
Nadat in 1861 door de Pruisische regeering tot die
van Nederland, evenals tot die van andere rijken in
Europahet verzoek was gericht deel te nemen aan de
Europeesche graadmeting, werd in 1864 aan eerstge
noemde regeering medegedeeld dat Nederland, zoowel