94
op te vatten en zjjne uitkomsten tot een geheel te
verwerken.
Na nog gedurende een drietal jaren eenige metingen
ter voltooiing van zijn arbeid te hebben volbracht
stierf de Heer Stamkart, en zijne waarnemingsboeken
en de door hem gebruikte instrumenten werden door
de Commissie overgenomen. Na een langdurig en gron
dig onderzoek van deze door onze medeleden Schols
en Oüdemans, gelijksoortig met dat wat indertijd door
Cohen Stüart en Kaiser aangaande Krayenhoff's metin
gen was ingesteld, bleek het dat door verschillende
oorzaken, te wijten aan de omstandigheid dat de
Heer Stamkart zich vóór 1866 nooit met nauwkeurige
hoekmetingen had bezig gehouden de uitkomsten
van al zijne hoekmetingen ver beneden het peil van
nauwkeuiigheid stonden, dat voor de graadmeting van
Europa was aangenomen, ja minder goed waren dan de
vroeger als onvoldoende verworpen metingen van Krayen-
hoff. Eene voor het beoogde doel eenigermate bruikbare
triangulatie van Nederland bestaat dus feitelijk niet.
Moeten wij hierin berusten? Naar de overtuiging
der Commissie kan en mag dit niet. Nederland moet
datgene nakomen, waartoe het zich verbond, tenzij
vaststaat dat het daartoe buiten machte isen wij
mogen niet verklaren dat terwijl, behalve Turkije en
Griekenland, alle landen van Europa, zelfs Rumenië,
samenwerken om de groote Europeesche graadmeting
tot stand te brengen, Nederland, waar Snellius de
eerste driehoeksmeting verrichtte, niet in staat is zijn
aandeel lot die onderneming bij te dragen.