95
Vóór 1873 hadden wij aan onze oostelijke grenzen
geene merken, welker hoogten, ten opzichte van het
Amsterdamsche peil, nauwkeurig waren bepaald; daar
echter de kennis van die hoogten van veel belang was
voor de aansluiting van bet net der waterpassingen in
Duitschland, richtte in dat jaar Pruisen tot onze Re
geering de vraagof eenige Pruisische officieren eene
lqn zouden mogen waterpassen van de Nederlandsch-
Duitsche grens, dwars door ons land, tot aan zee. De
toenmalige Regeering antwoordde dat Nederland, het
belang van dien arbeid erkennende, dezen zelf wilde
op zich nemen, en de nauwkeurigheidswaterpassingop
uitnemende wijze door Cohen Stuaht ingericht en aan
vankelijk geleid, was daarvan het gevolg. Thans is
zy bijna voltooid en, in het buitenland als eene der
nauwkeurigste met lof vermeld, heeft zij aanleiding
gegeven tot de invoering van het Amsterdamsche peil
als algemeen vergelijkingsvlak voor Pruisen.
Voor het buitenland van met minder belang is de
driehoeksmeting van Nederland, daar hierdoor eerst de
bepalingen der lengteverschillen tusschen Leiden en on
derscheidene punten in Duitschland, België, Engeland
en Frankrijk, en ook onze breedte- en azimuth-bepa-
lingen tot hare volle beteekenis zullen komen. Brengen
wij zeiven de driehoeksmeting niet tot stand, zoo moe
ten wii het ons laten welgevallen, dat zij ten gevolge
van een verzoek, gelijk aan dat betrekkelijk de water
passing door vreemde officieren wordt verrichtof dat
op de kaart van het driehoekennet, dat geheel Europa
bedekt, Nederland met Turkije en Griekenland door
eene ledig gelaten plek wordt aangeduid, als een