92 Nu echter de 12 hoeken AiB\, Bit enz., gemeten zijn, moeten die zoo gewijzigd worden, dat men door berekening uit de 6 verschillende driehoeken dezelfde ligging van het punt P verkrijgt. De vereffening volgens zoogenaamde «bedingte Beo. bachtungen" is daartoe zeer geschikt. Als voorwaarden heeft men: de som der hoeken 720°, dus te klein 1'7" en log sin Alt Z?2, C-a F6 log sin Bx, C2, Ds A6, verschil 15 (in 7 decimalen berekend). Na vereffening op bovengenoemde wijze vindt men Correctie Aj 4- 5,5" Correctie D4 4- 5,7" Middelbare fout voor elke hoek 13". Merkwaardig vond ik het. dat bij deze berekening zich hetzelfde verschijnsel voordeed als bij die in Vogler uitgewerkt, waarmede ik ze vergeleek n.l. dat alle cor recties in positieven zin uitvielen, terwijl de methode kleinste quadraten, slechts dienende tot vereffening van zoo zuiver mogelijk gedane waarnemingen ongeveer even veel positieve als negatieve correcties veronderstelt. Vogler nu maakt na zijne gegevene berekening de opmerking, dat men duidelijk kan zien, dat eene regel matige fout aanwezig is, juist omdat die correcties alle in denzelfden zin zijn en veronderstelt, dat die constante fout een gevolg is van het niet in omgekeerde volgorde waarnemen der hoeken. En juist bij de door mij gebezigde waarnemingen, waren de tours slechts gemeten van links naar rechts. B, 4- 5,3" Bj -4- 5,7" E, 4- 5,6" Es 4- 5,6" F5 5,4" F, 4- 5,9" A6 4- 5,4" C2 4 5,6" C3 +- 5,8'.' D3 4- 5,5"

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1886 | | pagina 100