112
en ontoereikend acht in die gevallen, waar de fout
schuilt in het kadaster zelf. Hier hebben we twee
punten, le onbillijkheid, 2e ontoereikendheid. Het eerste
betwist ik u. Volgens art. 37 alinea 2 der notariswet,
moet de notaris zich houden aan »de schrifturen van
het kadaster". Doel hij dit, hoe kan hij dan ooit beboet
worden, ook al schuilt er een fout in het kadaster
Het andere geef ik u toe, maar hierbij vraag ik u,
welken rechtsgrond kunt ge aanvoeren, om, waar andere
aktenfabrikanten en memoriënstellers vrijgelaten worden,
den notaris, den openbaren ambtenaar aansprakelijk te
stellen voor de fouten, welke het kadaster, een Staats
instelling, aankleven Let er wel op, dat ik hier niet
spreek van de gevallen, waarin de notaris Montijn in
het Weekbl. voor Not. en Reg. N°. 721 u naar den
rechtsgrond vroeg, en waarop ge in N°. 722 kondet ant
woorden met een beroep op de noodzakelijkheid. Neen
we hebben hier de gevallen, waarin de openbare ambte
naar aansprakelijk zou gesteld worden voor de fouten
in een Staatsinstelling onder beheer van andere openbare
ambtenaren. Zoude dit wel redelijk zijn, vooral nu de
noodzakelijkheid zoo groot niet is, omdat zooals ik begon
met op te merken, fouten toch niet geheel verdwijnen
zullen
Ik zou de invoering van uw voorstel zeer onbillijk
achten, maar ik wil u daarom een idee aan de hand
doen, dat uit uw voorstel consekwent moet voortvloeien.
Bij de verplichte rectificatiën, die ge voorstelt, kan des
noods de medewerking van partijen ontbeerd worden.
Dat «desnoods" is zeer rekbaar, en ik voorzie bij de
toepassing steeds akten zonder medewerking van partijen