130 Pruisisch grondgebied, die bij de directe aansluiting open blijft, zal nader worden aangevuld door de punten Onstwedde, Ter Apel en Nieuw-Schoonebeek als secundaire punten, zoo wel van Nederlandsche als van Pruisische zijde te bepalen. De directe aansluiting bij Uelsen hervattende, zal dit punt en het punt Oldenzaal verbonden worden aan de Pruisische pun ten Hesepe en Bentheim. Over de verdere aansluiting naar het zuiden kon nog niets definitief worden vastgesteld, omdat de verkenning van Pruisische zijde, ten zuiden van Bentheim, nog niet was afgeloopen. Bij de bovenstaande verkenning moest behalve op de aan sluiting aan Pruisen natuurlijk gelet worden op de mogelijkheid van de voortzetting naar het westen. Als tweede reeks van punten werd daarom voorloopig aangenomen: Groningen, Smilde, Ruinen, Lemelerberg, Zutphen, Imbosch, Rhenen, 's Hertogen bosch, Helmond, Nederweert, Lommei en Peer, de beide laatste op Belgisch grondgebied. In hoeverre deze punten definitief kunnen worden vastgesteld, zal eerst kunnen blijken na de verdere verkenning, in den loop van 1886 te ondernemen. Omtrent de metingen van Pruisische zijde dienen wij hier nog te vermelden, dat de metingen op de punten Borkum, Pilsum en Leer in het afgeloopen jaar hebben plaats gehad, terwijl die in Windberg, voor zooverre betreft de verbinding met de Nederlandsche punten in 1886 zullen worden uitgevoerd. De metingen in Hesepe zijn reeds in een vorig jaar ten uit voer gebracht. Lengte- en breedtebepaling. Door het lid Oudemans werd in de maand Juli de horizontale afstand bepaald tusschen den appel van den Dom en het midden van den pilaar van het Universeel Instrument van Repsold in de meridiaanzaal der Sterrenwacht te Utrecht, ten einde uit de met dit instrument herhaalde malen bepaalde breedte der Sterrenwacht, de breedte van den Dom te Utrecht te kunnen afleiden.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1886 | | pagina 138