141 In iedere foutvergelijking zijn 3 onbekendenu, <3x en èy. Het geheele aantal onbekenden is dus twee meer dan het aantal vergelijkingen, de onbekenden zijn door de foutvergelijkingen alzoo nog niet bepaald, doch zij zijn bepaald, zoodra men er de voorwaarde aan toevoegt, dat: [u u] een minimum. (9) De onbekenden kunnen langs elementairen weg uit form. 8 en 9 niet opgelost worden; de differentiaal rekening (hoofdstuk der maxima en minima) leert, dat aan form. 9 voldaan wordt, door te stellen [a u] 0 en [b u] 0 (10) Om form. 10 toe te passen op de foutvergelijkingen (form. 8) vermenigvuldigen we de eerste met at de tweede met a2 enz; daarna de eerste met b, de tweede met b2 enz: a, Uj a, a, <?x -f ai b, <Jy -b a, ft a2 u2 a2 a2 <5x -b a2 b2 <Jy a2 f2 a3 u3 a3 a3 <?x a3 b3 <?y a3 f3 enz b, u, a, b, Sx b, b, dy b, f, b2 u2 a2 b2 <Jx b2 b„ ^y b, f2 b3 u8 a3 b3 <?x b3 b3 <ïy -b b3 f3 enz. Telt men iedere groep samen, dan vindt men de normaalvergelylcingen. (form. 10.) [a u] O [a a] <fx 4- [a b] <?y -I- [a fj (11) en [b u] O [a b] <?x [b b] dy -+- [b f] Uit deze beide vergelijkingen kunnen de onbekenden J) Vogler, Grundzüge etc. p. 9 en 10 tracht de voorwaarden van form. 10 voor bepaalde gevallen te verklaren zonder hulp van differentialen.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1886 | | pagina 149